Lesson 2 Listening - Grammar: Personal en possessive pronouns

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today ...
Vandaag gaan we de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden nog een keer bespreken.

Doel: aan het einde van de les weten wat de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zijn in het Engels en kunnen deze op de juiste manier toepassen in een zin.

Slide 2 - Slide

Uitleg ...
Een persoonlijk voornaamwoord gebruiken we in plaats van een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier, of een ding)...

The girl walks    - she walks
The boy walks   - he walks
The cat walks    - it walks

Slide 3 - Slide

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je al in het Engels?

Slide 4 - Open question

Uitleg ...

Slide 5 - Slide

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan
A
he
B
we
C
you
D
she

Slide 6 - Quiz

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog
A
he
B
it
C
you
D
I

Slide 7 - Quiz

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my friends and I
A
I
B
they
C
we
D
you

Slide 8 - Quiz

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my teachers
A
you
B
we
C
I
D
they

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je al in het Engels?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

She has a book.
It is ___ book.
A
her
B
his
C
she
D
its

Slide 13 - Quiz

We are called Smith.
____ last name is Smith.
A
we
B
us
C
your
D
our

Slide 14 - Quiz

The cat has a collar.
____ collar is the colour red.
A
her
B
his
C
its
D
our

Slide 15 - Quiz

Susan and Mike are twins.
____ birthday is in May
A
they
B
their
C
her
D
his

Slide 16 - Quiz

Ik kan de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden nu op de juiste manier gebruiken in een zin:
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
helemaal niet

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Link

Well done!


Slide 19 - Slide