7.4 Voedselbederf

Bs 5 Voedselbederf
Bs 8 Productinformatie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bs 5 Voedselbederf
Bs 8 Productinformatie

Slide 1 - Slide

Vandaag
Practicum nabespreken
Wat gebeurt er bij voedselbederf?
Hoe kun je voedselbederf voorkomen?
Wat staat er op een etiket van een voedingsmiddel?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je weet wat schimmels en bacteriën doen met voedsel
Je kunt verschillende manieren noemen om voedselbederf te voorkomen
Je kent twee soorten houdbaarheidsdata
Je weet wat er op een etiket van een voedingsmiddel moet staan

Slide 3 - Slide

Hoe wordt zetmeel aangetoond?

Slide 4 - Open question

Hoe noem je een stof waarmee men kan aantonen dat een bepaalde andere stof aanwezig is?
A
evaluator
B
oplossing
C
indicator
D
enzym

Slide 5 - Quiz

Welk enzym breekt zetmeel af?

Slide 6 - Open question

In welk verteringssap zit dit enzym?

Slide 7 - Open question

Hoe heten de kleinere moleculen die ontstaan als zetmeel geknipt wordt door het enzym?
A
eiwitten
B
mineralen
C
vetten
D
glucose

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Voedselbederf
Schimmels en bacteriën groeien in het voedsel

Ze leven van voedingsstoffen in het voedsel

Slide 10 - Slide

Schimmels
groene, grijze of witte pluizige vlekken

Slide 11 - Slide

Bacteriën
Zo klein dat je ze met het blote oog niet kunt zien

Je kunt soms wel zien, ruiken of proeven dat voedsel bedorven is

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Voedselvergiftiging
Afweerreactie op giftige stoffen geproduceerd door bacteriën en schimmels

Bv. Salmonellabacteriën:
Rauw vlees, vis, eieren
Fruit en rauwe groenten


Klachten: Buikpijn, diarree, koorts

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Conserveren
Een manier om te voorkomen dat schimmels en bacteriën op het voedsel vermeerderen
Schimmels en bacteriën worden gedood, of de leefomstandigheden worden zo slecht dat ze niet kunnen vermeerderen

Slide 16 - Slide

Conserveren
Het langer houdbaar maken van verse producten

Slide 17 - Slide

Wat hoort NIET bij voedsel bewaren?
A
drogen
B
in blik
C
invriezen
D
in water leggen

Slide 18 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 19 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 20 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 21 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Geen
B
Luchtdicht verpakken
C
Gasverpakken
D
Met conserveermiddelen

Slide 22 - Quiz

Leefomstandigheden ongunstig maken

  1. Voedsel verhitten: steriliseren of pasteuriseren
  2. Koelen en vriezen
  3. Stoffen toevoegen aan voedsel: conserveermiddel
  4. Vacuüm (luchtdicht) verpakken met een speciaal gas (gasverpakken)
  5. Voedsel drogen

Slide 23 - Slide

 Lang verhitten op 100 graden C
Kort verhitten op 72 graden Celcius
Gebruik maken van zout,  azijn of suiker.
Lucht dicht, zonder zuurtof, verpakken
Bewaren onder -12 graden C
Zo veel mogelijk water er uit halen
Steriliseren 
Invriezen
Drogen
Vacuüm verpakken
Conserveren
Pasteuriseren

Slide 24 - Drag question

Houdbaarheidsdata
THT > tenminste houdbaar tot
Producten die niet snel bederven

Te gebruiken tot
Producten die snel bederven
Moet vóór deze datum worden gegeten

Slide 25 - Slide

Productinformatie
  • Productiecode
  • ‘e’ = estimate
  • Te Houden Tot
  • Te Gebruiken Tot
  • Ingrediënten
  • E-nummer: niet gevaarlijke additieven
  • Voedingswaarde (kJ of kCal)

Slide 26 - Slide

Maak opdracht 4 blz 148
Gebruik meegebracht etiket of etiket van internet of uit je boek

Slide 27 - Slide

Proefwerk
Maandag 19 december
Thema 2 Basisstof 1 t/m 5 + 8 + aantekeningen + Practicum zetmeel
30 minuten

Maak de test jezelfs van de basisstoffen en de oefentoets
Oefen op www. biologiepagina.nl (2VWO, BvJ Voeding en vertering)

Slide 28 - Slide