Deze les bevat een aantal vragen die je kennis over indicatoren testen. Neem er de tijd voor; lees de opgaven goed!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Vragen §5.2 - INDICATOREN
Deze les bevat een aantal vragen die je kennis over indicatoren testen. Neem er de tijd voor; lees de opgaven goed!
Slide 1 - Slide
Instructie
Sommige vragen verschijnen op een sheet; het antwoord vul je in op de sheet erna.
Maar bij de meeste vragen spreek het voor zich.
Slide 2 - Slide
Welke kleur krijgt de indicator thymolftaleïen bij pH = 12?
A
geel
B
groen
C
blauw
D
kleurloos
Slide 3 - Quiz
Ik heb een zuur-base-indicator die een gele kleur heeft terwijl de pH 3 is. Welke indicator kan dit zijn ...
A
broomfenol rood
B
methyl rood
C
di methyl geel
D
fenolftaleïne
Slide 4 - Quiz
Welke indicator kun je het beste gebruiken om een zure oplossing met pH 3,5 te krijgen?
A
congorood
B
broomkresolgroen
C
dimethylgeel
D
methyloranje
Slide 5 - Quiz
Met welke indicator(en) kun je zo nauwkeurig mogelijk een oplossing met pH 4,6 bepalen? Gebruik Binas 52A.
A
Broomkresolgroen
B
Broomkresolgroen en methyloranje
C
Broomkresolgroen en methylrood
D
Methyloranje en methylrood
Slide 6 - Quiz
Vraag
Je hebt een basische oplossing met pH = 8,9.
Welke kleur krijgt deze oplossing met de volgende indicatoren?
broomkresolgroen (= bkg)
kresolrood (= kr)
thymolblauw (= tb)
Slide 7 - Slide
kleur van de indicator bij pH van 8,9
broomkresolgroen
kresolrood
thymolblauw
geel
rood
oranje
blauw
groen
Slide 8 - Drag question
Tommy wil de pH bepalen van een oplossing. Hij mengt in 4 reageerbuizen steeds een beetje oplossing met een indicator. Geef zo precies mogelijk aan tussen welke grenzen de pH van de oplossing ligt. Gebruik binas T52A.