This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Zuren en basen
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 6,2
Wat is er zo slecht aan frisdrank?
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 6,2
Wat is er zo slecht aan frisdrank?
Suiker als dikmaker
zuur tast glazuur aan
Slide 3 - Slide
Zuur (zure stof)
azijn, citroenzuur, maagzuur, accuzuur, zoutzuur
Slide 4 - Slide
zuren
Smaken zuur
Sterke zuren kunnen ontkalken + roest verwijderen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Het zuur worden van melk is een ...
A
Fase-overgang
B
Scheiding van een mengsel
C
Vorming van een mengsel
D
Chemische reactie
Slide 7 - Quiz
Welk van de volgende stoffen maakt zure regen zuur?
A
Water
B
Zoutzuur
C
Saltpeterzuur
D
Fosforzuur
Slide 8 - Quiz
Als je suiker toevoegt aan een zure drank, dan is het nog steeds zuur
A
juist, alleen overheerst de zoete smaak
B
juist, je proeft de zure smaak nog steeds duidelijk
C
onjuist, het smaakt dan zoet
D
onjuist, het zuur wordt door suiker geneutraliseerd
Slide 9 - Quiz
Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen
Slide 10 - Quiz
Een zuur is een bijtende stof. Welke pictogram moet er op het etiket van een zuur staan?
A
a
B
b
C
c
D
d
Slide 11 - Quiz
Wat is het tegenovergestelde van zuur?
A
Zoet
B
Basisch
C
Zout
D
Pittig
Slide 12 - Quiz
Wat zijn basen voor een stoffen?
gootsteenontstoppers ovenreiniger ammoniak
Kunnen VETTIG VUIL verwijderen
Slide 13 - Slide
Basen
Voelen vettig/glad aan
tasten de huidcellen aan
Slide 14 - Slide
Hoe kun je testen of iets zuur/ basisch is?
Slide 15 - Slide
Indicator
Stof die van kleur verandert in een zure/basische oplossing.
Te gebruiken om de zuurgraad te bepalen.
BT 52A
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
pH schaal: Hoe zuur een oplossing is, wordt aangegeven met de zuurgraad: de pH.
Slide 18 - Slide
Voor zuren geldt
A
pH = 7
B
pH < 7
C
pH > 7
D
pH = 0
Slide 19 - Quiz
Sam meet een pH van 3 . Waarvan zou hij de pH gemeten kunnen hebben?
A
Cola
B
Soda
C
Zure regen
D
Water
Slide 20 - Quiz
Hoe zuur een oplossing is, wordt aangegeven met de zuurgraad: de pH.
Slide 21 - Slide
Wat is de zuurgraad (pH) van water?
A
0
B
7
C
10
D
14
Slide 22 - Quiz
pH waarden lichaam
Slide 23 - Slide
Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier blauw. Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
14
Slide 24 - Quiz
Zuur of base?
A
Zuur
B
Basisch
C
Neutraal
Slide 25 - Quiz
practicum zuur-base deel 1
druppelrekje.
1 druppel vloeistof op papiertje
vergelijk de kleur en lees pH af.
Noteer in tabel.
Slide 26 - Slide
pH indicatoren
Slide 27 - Slide
Welke kleur heeft de indicator fenolftaleïne in een zure oplossing? BT 52A
A
Roze
B
Paars
C
Rood
D
Kleurloos
Slide 28 - Quiz
Sleepvraag
Je hebt een basische oplossing met pH = 8,9.
Welke kleur krijgt deze oplossing met de volgende indicatoren?
broomkresolgroen (= bkg)
kresolrood (= kr)
thymolblauw (= tb)
Slide 29 - Slide
kleur van de indicator bij pH van 8,9
broomkresolgroen
kresolrood
thymolblauw
geel
rood
oranje
blauw
groen
Slide 30 - Drag question
Ik heb een zuur-base-indicator die een gele kleur heeft terwijl de pH 3 is. Welke indicator kan dit zijn BT 52A
A
broomfenol rood
B
methyl rood
C
di methyl geel
D
fenolftaleïne
Slide 31 - Quiz
practicum zuur-base deel 2
druppelrekje.
3x 1 druppel vloeistof op plastic sheet.
1 druppel indicator per druppel
Noteer waarneming.
Wat zegt dit over de pH
Slide 32 - Slide
Inklemmen
Gebruik maken van 2 of meer indicatoren om pH-gebied van een oplossing te bepalen
Slide 33 - Slide
broomthymolblauw: blauw
fenolrood: oranje
Wat is het pH-gebied?
Slide 34 - Slide
broomthymolblauw: blauw
fenolrood: oranje
Wat is het pH-gebied?
pH > 7,6
pH tussen 6,6-8,0
dus pH tussen 7,6-8,0
Slide 35 - Slide
pH puzzel
Slide 36 - Slide
Een oplossing heeft een pH van 2,0. Welke kleur heeft thymolblauw?
A
rood
B
oranje
C
geel
D
groen
Slide 37 - Quiz
Een oplossing heeft een pH van 10,0. Welke kleur heeft thymolblauw?
A
blauw
B
paars
C
rood
D
groen
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
Methylrood is geel. Welke uitspraak gelddt voor de onbekende oplossing
A
pH > 4,8
B
pH < 6,0
C
pH > 6,0
D
pH tussen 4,8-6,0
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Welke indicator kun je het beste gebruiken om een zure oplossing met pH 3,5 te bepalen?
A
congorood
B
broomkresolgroen
C
dimethylgeel
D
methyloranje
Slide 45 - Quiz
Tommy wil de pH bepalen van een oplossing. Hij mengt in 4 reageerbuizen steeds een beetje oplossing met een indicator. Geef zo precies mogelijk aan tussen welke grenzen de pH van de oplossing ligt. Gebruik binas T52A.