Geschiedenis 6.1

Wederopbouw 

Veel verwoest tijdens oorlog.

*Industrie en handel grotendeels stilgelegd*

Bang; weer een economische crisis

Meeste schade hersteld. (*wederopbouw*)

 

Geschiedenis 6.1

Door Annemijn, Emma en Rosa 

Leerdoelen 

* Je kunt beschrijven hoe de economie van Nederland zich na de oorlog ontwikkelde.

* Je kunt met twee voorbeelden uitleggen dat Nederland een verzorgingsstaat werd.

*Je kunt beschrijven hoe het dagelijks leven in Nederland in de jaren 50 was.

*2 redenen voor snelle opbouw*

1. Hard werken weinig loon.

2. Marshallhulp: economische steun.

End jare 50, meer loon en vrije tijd.

Waar waren de mensen bang voor wat er opnieuw zou gebeuren, Net als in de jaren 30?

Wat was er eind jaren 50 gelukt?

AOW

* 1957 werd AOW ingesteld. 

*verzorgingsstaat begon in de jaren 50.

* wetten voor zieke , ouderen en werkeloze.

*ouderen zieke of werkelozen zijn niet meer afhankelijk van familie of de kerk.

Groei van de verzorgingsstaat 

3 redenen waarom de verzorgingsstaat werd uitgebreid.

*1: groei van economie en belastings inkomsten.

*2: iedereen was verplicht om een uitkering te betalen.

*3: veel geld door gasbel in Groningen .

* in 1959 werd er een gasbel ontdekt in Groningen .

Wie kreeg er een uitkering van de overheid

Waarneer werd er een gasbel gevonden in Groningen

1. 1986
2. 1960
3. 1959
4. 1859

Dagelijks leven 

De meeste mensen hoorde bij een zuil.

Binnen een zuil letten goed op elkaar.

Deze verdeling in de samenleving noem je verzuiling.

Veel tijd en geld voor ontspanning was er niet. Want mensen werkten 6 dagen in de week.

Dagelijks leven 

De Nederlandse samenleving was in de jaren 50 verdeeld in groepen: die noem je zuilen.*

Er waren verschillende zuilen:

-katholieke

-protestantse 

-socialistische *

Hoeveel verschillende zuilen waren er

1. 2
2. 6
3. 4
4. 5

Hoe noem je de verdeling in de samenleving

Waarom hadden mensen geen tijd en geld om te ontspannen

Wat is de aow (algemene Ouderdomswet)

Wat is de economische reden voor de snelle opbouw?

1. Veel mensen verhuisden
2. De regering gaf heel veel geld
3. Er was economische steun vanuit de V.S.
4. De V.S. had Europa veel geld gekregen