Debat

Debat in de klas! 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Debat in de klas! 

Slide 1 - Slide

Wat is debatteren? 

Slide 2 - Slide

Discussiëren
Debatteren 
Je gesprekspartner overtuigen
Het publiek overtuigen
  • Je moeder overtuigen dat je écht vanavond bij je vrienden moet zitten. 
  • Je docent overtuigen het s.o. een week te verplaatsen. 
  • Het publiek overtuigen dat de school pas om 9 uur zou moeten beginnen. 

Slide 3 - Slide



  1.  Het is niet de bedoeling dat je van mening verandert. 
  2.  Je probeert niet je tegenstander, maar de jury te overtuigen. 
  3.  De jury bepaalt welke partij gewonnen heeft.

Slide 4 - Slide

Regels tijdens het debat:

1. Debatsleider leidt de discussie en bepaalt wie en wanneer je mag praten.
2. Je gaat staan wanneer je je argument noemt.
3. Je gebruikt geen scheldwoorden
4. Blijf bij de stelling
5. Je valt nooit een persoon aan maar de argumenten van de persoon
6. Je lacht een ander niet uit

Slide 5 - Slide

Een goede stelling:


  • bevat geen ontkenning
  • bevat geen argumenten
  • is kort en bondig
  • is interessant voor voor- en tegenstanders

Slide 6 - Slide

Welke stelling is niet goed geformuleerd
A
Wietteelt moet gelegaliseerd worden
B
Gamen is slecht voor je
C
Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken
D
Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden

Slide 7 - Quiz

Bedenk samen met je buurman of buurvrouw een prikkelende stelling.

Slide 8 - Open question

Ethos, pathos, logos

Slide 9 - Slide

ETHOS
Ethos is de geloofwaardigheid, autoriteit van de spreker zelf.

Slide 10 - Slide

Pathos 
Dit gaat over het hart, over emotie, over gevoel.
Een leuke anekdote kan helpen om pathos in je verhaal te brengen. Je vertelt vanuit je hart, want dat klopt sowieso. Een voorbeeld?
"Vroeger draaide ik altijd Gerard Joling als ik me veilig wilde voelen."

Slide 11 - Slide

LOGOS
Als spreker moet je de structuur van het betoog logisch vormgeven om overtuigend over te komen. Dat wordt ook wel logos genoemd. Daarbij kun je gebruikmaken van bewijsmateriaal, getuigenissen, statistieken en gegevens en van universele waarheden. 

Slide 12 - Slide

In welke situaties (op of buiten school) kun je de vaardigheden van debatteren toepassen?

Slide 13 - Open question