...weet je wat je al beheerst en wat je nog beter moet oefenen.
Slide 3 - Slide
Presentie
Slide 4 - Slide
De vorm van het bezittelijk voornaamwoord
Slide 5 - Slide
Let op!
Voor woorden die beginnen met een klinker gebruik je : mon - ton - son.
--> Ook al is het vrouwelijk!
Waarom? Voor de uitspraak!
Exemples :
l'éléphant - mon éléphant - ton éléphant - son éléphant
l'adresse - mon adresse (v) - ton adresse - son adresse
l'ami - mon ami - ton ami - son ami -
l'amie - mon amie (v) - ton amie - son amie
Slide 6 - Slide
Let ook op bij:
'son' betekent 'zijn' of 'haar'. Je moet dus naar de rest van de zin kijken voor de betekenis.
Voorbeeld:
Son père = haar vader, want 'vader' is mannelijk.
Sa mère = zijn moeder, want 'moeder' is vrouwelijk.
Slide 7 - Slide
De passé composé
Dit is de voltooid tegenwoordige tijd.
Bijvoorbeeld: ik heb gedanst.
In het Frans maak je deze tijd door het werkwoord hebben te gebruiken als een hulpwerkwoord (net zoals in het Nederlands) en een voltooid deelwoord te maken (dit doe je door ''-er'' van het werkwoord af te halen en een ''-é'' toe te voegen).
Slide 8 - Slide
Dus.....
ik heb
j'ai
jij hebt
tu as
hij/zij heeft
il/elle a
Wij hebben, men heeft
on a
wij hebben
nous avons
jullie hebben, u heeft
vous avez
zij hebben
ils/elles ont
Het werkwoord hebben (avoir) +
Het voltooid deelwoord, door '' er'' van het werkwoord af te halen en een ''é'' toe te voegen. Voorbeeld: J'ai parlé
Slide 9 - Slide
Au travail
Jullie gaan nu verder met het oefenen van het bezittelijk voornaamwoord en de passé composé. Dit doen jullie via een werkblad.
Ben je klaar? Dan ga je leren/oefenen voor de toets