Les 10

Les 10
Frans 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 10
Frans 

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Bezittelijk voornaamwoord
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken. 


Slide 3 - Slide

Presentie

Slide 4 - Slide

Huiswerkcontrole



Maak ex. 24a, b. 25a, b en 26a, b op p. 40-43

Slide 5 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

Geef in het Nederlands een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord. 

Slide 6 - Slide

Voorbeelden Nederlands

Mijn, jouw, zijn/haar, onze, jullie/uw, hun

Slide 7 - Slide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide

Let op!
Voor  l' woorden gebruik je : mon - ton - son  
Waarom? Voor de uitsprak!
Exemples :
l'éléphant - mon éléphant - ton éléphant - son éléphant
l'adresse   - mon adresse   - ton adresse   - son adresse
l'ami            - mon ami            - ton ami            - son ami -
l'amie         - mon amie          - ton amie         - son amie            -



Slide 9 - Slide

Let ook op bij:
'son' betekent 'zijn' of 'haar'. Je moet dus naar de rest van de zin kijken voor de betekenis. 

Voorbeeld:
Son père = haar vader, want 'vader' is mannelijk. 
Sa mère = zijn moeder, want 'moeder' is vrouwelijk. 

Slide 10 - Slide

Au travail!
Maak ex. 30a, d, e en ex. 31a. 

Klaar? Lees het bezittelijk voornaamwoord door en leer deze.
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Hoe gebruik je het bezittelijk voornaamwoord?

Maak het rijtje af: mon, ......, ......

'hun' vertaal ik als volgt:

Slide 12 - Slide

Devoirs
Maken ex. 30a, d, e en 31a.

Leren Grammaire H



Slide 13 - Slide