Tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v. chr. tot 500 na chr.)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
De Oudheid
Tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v. chr. tot 500 na chr.)
Slide 1 - Slide
timer
1:00
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat kom je te weten over:
- het bestuur van Athene
- de Griekse goden?
- Het orakel van Delphi?
- De verschillen tussen de Griekse en huidige spelen?
Slide 4 - Slide
npo.nl
Slide 5 - Link
Wat kom je te weten over:
- het bestuur van Athene
- de Griekse goden?
- Het orakel van Delphi?
- De verschillen tussen de Griekse en huidige spelen?
Slide 6 - Slide
Waar op de kaart ligt Griekenland?
Slide 7 - Drag question
Wat is een 'staat'? (denk aan het oude Egypte)
Slide 8 - Open question
De polis
Het Griekse landschap bestaat uit zee en bergen
De steden werden moeilijk door andere steden veroverd
Iedere stad werd zijn eigen kleine staat: stadstaat
De grieken noemden zo'n stadstaat een polis
Staat
Een begrensd gebied met een bestuur
Stadstaat
Een stad met het omliggende gebied die zichzelf bestuurt
Slide 9 - Slide
Verschillen en overeenkomsten
Tussen poleis waren grote verschillen
Toch hadden de Grieken veel overeenkomsten (cultuur)
Dezelfde taal
Dezelfde verhalen
Dezelfde kunst
Slide 10 - Slide
Iedere Griekse polis had andere goden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Iedere Griekse polis had zijn eigen bestuur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
§2.1 Leven in een Griekse stad
Slide 13 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat enkele eigenschappen van Griekse stadstaten zijn
- Dat niet alle mensen in het oude Griekenland burgerrechten hebben
- Hoe het leven in een Griekse stadstaat eruit ziet
Slide 14 - Slide
Acropolis
De acropolis (hoge stad) was het middelpunt van de stad. Het was een versterkte heuvel.
Tempel
De tempel was voor de Grieken erg belangrijk. Net als de Egyptenaren dachten de Grieken dat de goden invloed hadden op het dagelijks leven en ze moesten dus tevreden gehouden worden.
Agora
De agora was het marktplein. Hier konden burgers elkaar ontmoeten om te praten over het bestuur en konden de handelaren handelen.
Stad
Om de acropolis groeide vaak een stad. Door de handel en veiligheid kwamen veel mensen hier wonen.
Platteland
Veel mensen woonden in de stad, maar de meeste mensen waren toch nog boer en woonden op het platteland.
Haven
De Grieken waren handelaren. Veel handel gebeurde over zee en bijna elke stad had dan ook een haven.
Stadsmuur
In de tijd van de Grieken werd veel oorlog gevoerd. Veel steden bouwden dus een stadsmuur om de stad en burgers te beschermen.
Slide 15 - Slide
Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek
Acropolis
Agora
Platteland
Haven
Stadsmuur
Stad
Tempel
Slide 16 - Drag question
Aan de slag
Lees "De Griekse burger" op bladzijde 3
Straks krijg je er opdrachten over
Slide 17 - Slide
Leg uit wat burgerrecht betekent
Slide 18 - Open question
Opdracht 5
Vrij
Soldaat
Invloed op het bestuur
Mannelijke burger
Vrouwelijke burger
Slaaf
Vreemdeling
Slide 19 - Drag question
Opdracht 6
In de Griekse wereld kon je bijna [..............1...............] slaven tegenkomen. Ook in het [..............2...............] waren slaven werkzaam. Slaven werkten [..............3...............] op het land. Wie eenmaal slaaf was, bleef dat [..............4...............] zijn hele leven. Grieken vonden slavernij [..............5...............]
Maak de tekst kloppend
Woorden
nergens
overal
onderwijs
bestuur
nooit
ook
altijd
meestal
doodgewoon
bijzonder
Slide 20 - Drag question
Welke uitspraak is juist?
A
Een Atheense man met burgerrecht moest altijd behoorlijk rijk zijn en land bezitten
B
Elke Griek die zijn polis wilde verdedigen, kreeg van de stad wapens en een harnas
C
Toen oorlogsschepen belangrijk werden, konden in Athene ook arme boeren meebeslissen
D
Wie meeroeide op een oorlogsschip, moest zijn eigen wapenuitrusting betalen
Slide 21 - Quiz
Leven in de polis
Oud Griekenland heeft landbouw, maar moet veel handelen