Tijdvak 8

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

8.1: industrialisatie & modern imperialisme

Wat was de oorzaak voor de bevolkingsgroei in Engeland in de 18e eeuw?

Waarom werden steeds meer boeren afhankelijk van huisnijverheid?

Veranderingen in de landbouw

1. Betere landbouwtechnieken      betere voedselvoorziening            bevolkingsgroei 
   
2. Landbouwopbrengsten blijven stijgen      voedselprijzen dalen      boeren komen in geldnood      boeren gaan meer aan huisnijverheid doen       prijzen van huisnijverheidsproducten dalen       meer boeren gaan naar steden
   

Hoe kan het dat de huisnijverheid uiteindelijk helemaal verdween?

Noem twee redenen waarom koloniën belangrijk waren voor het industrieel kapitalisme.

Omschrijf in je eigen woorden het modern imperialisme.

Noem twee manieren waarop het modern imperialisme verschilde van het kolonialisme uit eerdere eeuwen.

Wat is het verband tussen het modern imperialisme en het nationalisme?

Wat houdt het begrip 'white man's burden' in?

1. witte Europeanen zouden beschaving moeten brengen naar andere volken
2. de wetten die de witte Europeanen in hun kolonies oplegden
3. een aanduiding voor het kolonialisme in de 15e eeuw
4. een term die abolitionisten gebruikten om hun schuldgevoel uit te drukken

Hoe zag het modern imperialisme er voor Nederland uit?

8.2: een nieuwe samenleving

Wat was de visie van de overheid op de slechte werk- en leefomstandigheden van arbeiders in de 18e eeuw?

Omschrijf in je eigen woorden wat de sociale kwestie inhoudt.

Waar staat het socialisme voor?

Hoe zag Karl Marx (communisme) de geschiedenis en hoe zag de oplossing voor armoede er volgens hem uit? Gebruik in je antwoord het begrip klassenstrijd.

Wat is het verschil tussen sociaaldemocraten en communisten?

8.3: democratisering in Nederland

1848 was een revolutiejaar in heel Europa. Wat was het doel van de revoluties?

Wat veranderde er in Nederland na de revolutie van 1848? Noem de volgende punten: Thorbecke, koning, ministers en kiesrecht.

Na 1848 kwamen de liberalen aan de macht. Waar stonden zij voor en welke invloed had dit op de sociale kwestie?

Noem het belangrijkste strijdpunt van de socialisten.

Welk belang deelden de protestanten en de katholieken?

Hoe noem je de politieke stroming die zich baseert op geloof?

1. Sociaaldemocraten
2. Confessionelen
3. Liberalen
4. Communisten

Welke twee belangrijke strijdpunten werden er opgelost tijdens de Pacificatie van 1917?

In welk jaar kregen vrouwen stemrecht?

1. 1917
2. 1925
3. 1948
4. 1919