twee situaties beschrijven waarin een kracht evenwicht met de zwaartekracht maakt.
beredeneren hoe groot een kracht moet zijn om evenwicht te maken.
de uitrekking meten van een veer waarop een kracht wordt uitgeoefend.
op basis van meetgegevens de veerconstante van een veer bepalen.
de resultante berekenen als twee of meer krachten langs dezelfde lijn liggen.
met de parallellogrammethode de resultante bepalen als krachten een hoek maken.