vwo 4 spelling les 2 ww, leestekens, hoofdletters

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welkom! 

Leg vast klaar: 

- je leesboek

- je schrift

Lesdoelen

- Je kunt werkwoorden goed spellen. 

- Je weet wat de regels voor het gebruik van leestekens en hoofdletters zijn en je kunt deze toepassen. 

stil lezen

Gedicht van de week

www.menti.com

Zoek uit en/of schrijf op in je schrift:

Wat zijn de regels van het voltooid deelwoord en het onvoltooid deelwoord ook al weer? 

Opdracht

Noteer in je schrift de vorm van het werkwoord en de regel die je toepast. Noteer dan hoe je het werkwoord moet spellen. 

Zin: Ik (vinden) het goed dat hij het verhaal (vertellen) aan ons.

Jouw antwoord: 

pvtt - stam - vind

pvtt - stam+t - vertelt

Heb je direct 112 (bellen) toen het ongeluk was (gebeuren)?

Breed (lachen) heeft Jos (vertellen) hoe hij de eerste prijs heeft (veroveren).

De automobilist (wachten) net lang voor de overweg totdat de trein was (passeren).

Er wordt (vrezen) dat de hagel de pas geplante boompjes (beschadigen).

Hoofdletters en leestekens

Noteer zoveel mogelijk redenen om hoofdletters te gebruiken (regels) in je schrift. 

Opdracht: plaats leestekens en hoofdletters

Hoor je een regel die je net nog niet in je schrift hebt gezet, vul dan je lijst aan. 

Noteer ook uitzonderingen die je opvallen.

renate van velde vroeg haar man gaan we dit jaar weer eens naar zuid spanje op vakantie ruud

wie goed zijn best doet zei de docent kan zeker een acht halen

met pasen zei mevrouw van de wal-in de sloot eet ik nooit paaseitjes ik wil mijn wespentaille niet verpesten

bij de boekwinkel aan de vondelkade zijn de boeken over de middeleeuwen en over de tweede wereldoorlog vrijdag in de aanbieding maar het boek de aanslag is helaas al uitverkocht

Ik weet nu weer hoe ik werkwoorden spel.

0100

Ik weet nu weer hoe ik leestekens gebruik.

0100

Ik weet nu weer hoe ik hoofdletters gebruik.

0100

Hier wil ik meer mee oefenen of meer uitleg over de volgende keer:

Ruimte voor verbetering

Pak je leesautobiografie erbij.

Ruil met een klasgenoot.

Controleer nu op spelfouten en let daarbij specifiek op werkwoorden, leestekens en hoofdletters. Kijk gelijk of je naam in het document staat! 

Lever je leesautobiografie opnieuw in als je iets hebt verbeterd.