7 Mening over de hoofdpersoon door middel van twee beoordelingswoorden.
8 Beschrijf twee medespelers en beschrijf hun bijdrage aan het verhaal.
9 Op welke personage lijken jullie qua karakter het meest? Licht je antwoord toe.
10 In welke tijd speelt dit verhaal zich af? Noem voorbeelden waaruit dit blijkt. Benoem ook de meest voorkomende ruimte in het verhaal.
11 Beschrijf de situatie van het verhaal: beginsituatie, probleem, climax, eindsituatie
12 Welke twee spanningstechnieken heeft de schrijver gebruikt? Leg het antwoord uit.
13 Bevat het verhaal een open einde of een gesloten einde? Licht het antwoord toe.
14 Geef jullie mening over dit boek aan de hand van twee beoordelingswoorden en onderbouw deze met argumenten en eventueel citaten.
15 Welke passage (bladzijde/hoofdstuk/stukje uit het boek) is het meest aangrijpend/zieligst/spannendst?
17 Is het gelezen boek een aanrader of een afrader? Licht het antwoord goed toe.
18 Eigen inbreng (wees origineel)
19 Eigen inbreng (wees origineel)
20 Eigen inbreng (wees origineel)