Trema, apostrof, accenttekens

Trema, apostrof, accenttekens
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Trema, apostrof, accenttekens

Slide 1 - Slide

Trema: ë
Voorkomt uitspraakproblemen

Altijd op de eerste letter van de volgende lettergreep

Uitzonderingen
Einde woord: -eum, -iing, -cien, -ieus,
Begin woord: bea-, gea-, beo-, geo-, beij-, geij-
geë-, geï- en geü-

Als je een woord door de midden doet vervalt het trema.

Slide 2 - Slide

Voorbeeld
Als de zin niet meer op de regel van de pagina past, heb je woordafbreking en be-
invloed dat het woord met de trema.

Ik ga naar een museum met mijn klas.

Slide 3 - Slide

"Ik ga vandaag naar een ruine met mijn ouders."
Welk woord moet met trema en hoe schrijf je hem dan?

Slide 4 - Open question

Apostrof: '
Je gebruikt een apostrof om:
  • letters weg te laten: 's ochtends
  • Bij meervoud dat eindigd op een klinker: papa's i.p.v. papaas
  • Bij bezittingsaanduiding: Nora's fiets
  • Bij verkleinwoorden met -y: baby'tje

Slide 5 - Slide

Voorbeelden
- 's Avonds is het erg koud in huis.
- Ik ga opa helpen met de piano's voor het optreden.
- Klara's laptop is tijdens de les kapot gegaan.
- Hij gaat werken in het kleine lobby'tje.

Slide 6 - Slide

welke is goed gespeld?
A
Taxies
B
Taxi's
C
Taxis
D
Geen is goed

Slide 7 - Quiz

Accenttekens: è, é, ê en cedille: ç
  • Cedille gebruik je om een -c als een -s te laten klinken
  • Het dakje gebruiken we op klinkers maar het heeft geen functie
  • Je gebruikt alleen een accentteken op klinkers, dit doe je om de klemtoon er op te leggen

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
  • Curaçao
  •  être
  • Hij heeft maar één koekje gekregen. 

Slide 9 - Slide

Hoe moeten de streepjes op deze woorden?
een, carriere
A
èèn, carriére
B
één, carriére
C
één, carrière
D
èèn, carriére

Slide 10 - Quiz