- Een persoon, dier of ding: 'Max Verstappen, Amsterdam, BMW'
- Een woord waar je een lidwoord voor kunt zetten: 'de strafschop', 'het stoeltje', 'een hond'
Lidwoorden: zijn er 3
- de: de school, de fiets, de vaas, de kat, de fles
- het: het lokaal, het dreigement, het tafelblad, het fietsenhok, het litteken
- een: deze kun je in plaats van 'de' of 'het' zetten: 'een school, een lokaal, een vaas, een litteken