Werkwoordspelling en formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

voltooid deelwoord
proeven

1. geproefd
2. geproeft
3. geproeven

Grenzen -Verleden tijd
De huizen … aan het bos.

1. Grenste
2. Grensten
3. Grensde
4. Grensden

'betaalt'
is een

1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. infinitief

Wat is de juiste spelling van het werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord?
(verroesten) Het ......... tuinhek

1. verroestten
2. verroeste
3. verroesten
4. verroestte

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij (racen)

1. racte
2. racette
3. racde
4. racete

1. Het gebeurt
2. Het is gebeurd
Wat zijn de twee vormen van gebeuren?

1. 1 = persoonsvorm 2 = persoonsvorm
2. 1 = voltooid deelwoord 2 = voltooid deelwoord
3. 1 = persoonsvorm 2 = voltooid deelwoord
4. 1 = voltooid deelwoord 2 = persoonvorm

Na een uur gewacht te hebben werd de toegangsdeur eindelijk geopend.
Is in de bovenstaande zin sprake van een foutieve samentrekking, verwijsfout, incongruentie of een foutief beknopte bijzin?

1. foutieve samentrekking
2. foutief beknopte bijzin
3. verwijsfout
4. incongruentie

Dat stelletje pubers stonden te zoenen onder de oude eik aan de Lindenlaan.

1. foutieve samentrekking
2. foutief beknopte bijzin
3. incongruentie
4. verwijsfout

Sinterklaas had acht bier en een mijter op.

1. foutieve samentrekking (grammaticaal verschil)
2. goede samentrekking
3. foutieve samentrekking (betekenisverschil)
4. foutieve samentrekking (aantal)

Bij de speeltuin aangekomen, werden de nieuwe schommels meteen getest.

Van welke formuleerfout is hier sprake?

1. foutieve samentrekking
2. foutief beknopte bijzin
3. incongruentie
4. verwijsfout

Van welke formuleerfout is hier sprake?

De partij vleeswaren die wij voor het buffet gekocht hadden, lagen door de stroomstoring te bederven.

1. foutieve samentrekking
2. foutief beknopte bijzin
3. incongruentie
4. verwijsfout

'Eerst zette hij koffie en daarna de televisie aan.'
Waarom is dit een foutieve samentrekking?

1. 'Zette hij (de tv aan)' heeft een andere vorm
2. 'Zette hij (de tv aan)' heeft een andere betekenis
3. 'Zette hij (de tv aan)' heeft een andere grammaticale functie

Dat boek vond ik niet duur maar leek me te saai.

Van welke formuleerfout is sprake in bovenstaande zin?

1. foutieve samentrekking
2. foutief beknopte bijzin
3. incongruentie
4. verwijsfout

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden
Van welke formuleerfout is sprake in bovenstaande zin?

1. foutieve samentrekking
2. foutief beknopte bijzin
3. incongruentie
4. verwijsfout

Het meisje die ons hielp, ken ik nog van vroeger.

Van welke formuleerfout is sprake in bovenstaande zin?

1. foutieve samentrekking
2. foutief beknopte bijzin
3. incongruentie
4. verwijsfout

In welke zin is het voltooid deelwoord goed gespeld?

1. Het hout is opgebrand.
2. Het hout is opgebrandt.
3. Het hout is opgebrant
4. Het hout is opgebranden.

De discussie (verharden) toen gemeenten hoorden dat ze zelf de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers moeten betalen. (verharden, verleden tijd)

1. verharde (pvvt, enkelvoud)
2. verharden (pvvt, meervoud)
3. verhardde (pvvt, enkelvoud)
4. verhardden (pvvt, meervoud)

Vinden - Tegenwoordige tijd
Hoe … je zus haar nieuwe school?

1. Vind
2. Vindt
3. Vond
4. Vondt

Worden - Tegenwoordige tijd
Hij …. mijn nieuwe baas

1. Word
2. Werd
3. Wordt