haben en sein

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Sleep de vertalingen naar elkaar toe:

wer?

warum?

wo?

wie? (duits)

was?

hoe?

wie?

wat?

waarom?

waar?

ich

du

er

wir

ihr

sie /

Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

haben

woorden die eindigen op -chen of -lein (zoals Büchlein) zijn vaak:

1. mannelijk - der
2. vrouwelijk - die
3. onzijdig - das

wat is de goede combinatie?

1. der Stier - eine Stier
2. der Stier - ein Stier
3. das Stier - ein Stier
4. das Stier - eine Stier

das-woorden zijn:

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig

die-woorden zijn:

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig

der-woorden zijn:

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig

Vertaal 'Wie heißt du?

1. Heb je het heet?
2. Hoe heet je?
3. Wie ken je?

Wat is je lievelingseten?

1. Was bist dein lieblingsessen?
2. Was ist dein lieblingsessen?
3. Was ist dein Lieblingsessen?
4. was seind dein Lieblingsessen?

ein en kein betekent een en geen. Welke uitgang krijg je bij der-woorden?

welke uitgang krijg je bij die-woorden (v) en die-woorden (mv)?

die Frau/ (een)....... Frau

1. eine
2. een
3. ein
4. kein

Das Mädchen/ (een) ..........Mädchen

1. das
2. kein
3. eine
4. ein

https: