SER o No SER (=ESTAR) U5 C1

1 / 32
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

¡Buenas tardes!

¿Qué vamos a hacer hoy?
SER o NO SER = ESTAR

Slide 2 - Slide

Objetivo
Aprender y practicar con los verbos SER y ESTAR

                Escribir 10 oraciones con SER y ESTAR 

Weet je het verschil tussen SER en ESTAR ?
Wanneer gebruik je  SER en wanneer ESTAR ?


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

¿Cómo estás?

Slide 6 - Open question

¿Dónde .... el gato de Nina?

Slide 7 - Slide

¿Dónde ...los gatos?

Slide 8 - Slide

SER o ESTAR

Slide 9 - Slide

Juan ....alto.
A
Es
B
Está
C
son
D
estás

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

¿La noria es alta o está alta?

Slide 13 - Slide

¿La noria es alta o está alta?
Es alta
Está alta

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Sleep de vertaling van de werkwoord "Ser" naar de juiste plek!
(ik ben)
zij is
hij is
wij zijn
jij bent
jullie zijn
u bent
zij zijn
nosotros somos
yo soy
él es
ellos-ellas - ustedes son
ella es
vosotros sois
tú eres
usted es

Slide 17 - Drag question

Estar: zijn (zich bevinden)
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
estoy
 estás
 está
estamos
estáis
están

Slide 18 - Drag question

Hoe wil je liever werken tijdens de les?
in je schrift werken
digitale boek werken
lessonup lessen
vlog maken
anders

Slide 19 - Poll

¡Vamos a trabajar!
Trabajan en grupo de 3 
Mira en TEAMS/ opdrachten


h2b Volver a clase a las 13.10 h / terug komen om 13.10 u

Slide 20 - Slide

EXTRA uitleg/ oefeningen

Slide 21 - Slide

p.55 & 121 TB

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

¿Dónde está / estoy / están las llaves?
Druk op + om het beeld te zien
Schrijf jouw antwoord hieronder op, schrijf de hele zin over met de juiste vervoeging van estar




Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Kies de juiste optie: ¿Dónde está / estoy / están el gato?
Druk op + om het beeld te zien

Schrijf jouw antwoord hieronder op

Slide 27 - Open question

Schrijf een zin in het Spaans over het plaatje. (volgende dia)

Slide 28 - Slide


Slide 29 - Open question

¿Dónde está el cuadro?
Beantwoord de vraag - volgende dia

Slide 30 - Slide

¿Dónde está el cuadro?

Slide 31 - Open question

Maak een tekening van de volgende tekst, maak een foto van de tekening en upload het:

La plaza tiene una casa,
la casa tiene un balcón,
el balcón tiene una dama,
la dama una flor blanca.

Slide 32 - Open question