DO titratie: indirecte titratie

H7.4 Zuur-basetitraties
H9.2 Redoxtitraties

NOVA H13 Analysetechnieken
H13.5 Titrimetrie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H7.4 Zuur-basetitraties
H9.2 Redoxtitraties

NOVA H13 Analysetechnieken
H13.5 Titrimetrie

Slide 1 - Slide

H7.4 Zuur-basetitraties
H9.2 Redoxtitraties

NOVA H13 Analysetechnieken
H13.5 Titrimetrie
DIRECTE TITRATIE

Slide 2 - Slide

Directe titratie
De titrant reageert direct
 met de analiet.





Voorwaarde: aflopende reactie!
analiet
titrant
analiet
titrant

Slide 3 - Slide

H7.4 Zuur-basetitraties
H9.2 Redoxtitraties

NOVA H13 Analysetechnieken
H13.5 Titrimetrie
TERUGTITRATIE

Slide 4 - Slide

Terugtitratie
Aan de analiet wordt een nauwkeurige overmaat toegevoegd.
De overmaat wordt bepaald m.b.v. een titratie.
analiet
titrant
overmaat

Slide 5 - Slide

Terug titratie

Aan de analiet wordt een nauwkeurige overmaat toegevoegd.
De overmaat wordt bepaald m.b.v. een titratie.


Dit wordt gebruikt als:
  • de te bepalen analiet geen scherp eindpunt geeft.
  • er voor de te bepalen analiet en de titrant geen goede eindpuntindicator beschikbaar is.
analiet
titrant
overmaat

Slide 6 - Slide

H7.4 Zuur-basetitraties
H9.2 Redoxtitraties

NOVA H13 Analysetechnieken
H13.5 Titrimetrie
INDIRECTE TITRATIE

Slide 7 - Slide

Indirecte titratie


De analiet wordt eerst omgezet in een andere stof. De molariteit van deze andere stof wordt bepaald m.b.v. een titratie.
analiet
titrant
reagens (overmaat)
omgezette analiet

Slide 8 - Slide

Indirecte titratie

De analiet wordt eerst omgezet in een andere stof. De molariteit van deze andere stof wordt bepaald m.b.v. een titratie.
Dit wordt, net als een terugtitratie, gebruikt als:
  • de te bepalen analiet geen scherp eindpunt geeft.
  • er voor de te bepalen analiet en de titrant geen goede eindpuntindicator beschikbaar is.

Kenmerkend voor een indirecte titratie is:
  • van het reagens wordt een onnauwkeurige overmaat wordt toegevoegd
  • de omgezette analiet wordt getitreerd.
analiet
titrant
reagens (overmaat)
omgezette analiet

Slide 9 - Slide

Waarom moet je bij een indirecte titratie een overmaat toevoegen van het reagens?

Slide 10 - Open question

Wat wordt er bij een indirecte titratie bedoeld met een "onnauwkeurige overmaat"?

Slide 11 - Open question

Voorbeeld van een indirecte titratie: Bepaling van de molariteit van Cu2+ in een oplossing

Stap 1: Je voegt een overmaat kaliumjojdideoplossing toe. De volgende reactie vindt plaats:


Stap 2: Het ontstane I2 wordt vervolgens getitreerd met natriumthiosulfaat oplossing met een bekende molariteit en met zetmeel als indicator:

Wanneer de ontstane hoeveelheid I2 m.b.v. de titratie nauwkeurig is bepaald, kan m.b.v. de molverhoudingen in de eerste reactie
de Cu2+ concentratie worden berekend. 
Cu2+ (aq)
S2O32- (aq)
I- (aq) (overmaat)
I2 (s)

Slide 12 - Slide

EXP3 Bepaling van het gehalte vitamine C in een vitamine tablet
De structuurformule 
van vitamine C.

Slide 13 - Slide

Vitamine C of ascorbinezuur (C6H8O6) is de bekendste vitamine. 

Het heeft een functie:
  • als antioxidant in het lichaam
  • is nodig voor de vorming van bindweefsel
  • is nodig voor de opname van ijzer
  • bij het in stand houden van de weerstand  
Vitamine C is:
  • van nature aanwezig in veel voedingsmiddelen (fruit, groente en aardappelen)
  • kan ook worden toegevoegd aan producten
  • vitamine C reageert als reductor
     --> kan met zuurstof reageren
     --> voorkomt dat andere
            organische moleculen worden
            aangetast

Slide 14 - Slide

Indirecte titratie

Het vitamine C gehalte kan bepaald worden:
  • door titratie met kaliumjodaat-oplossing
  • in aanwezigheid van een overmaat kaliumjodide-oplossing

--> jodaat reageert eerst met jodide
        hierbij ontstaat jood
--> het ontstane jood reageert
        vervolgens met ascorbinezuur
analiet C6H8O6
titrant IO3- (aq)
I2 (aq)
I-  (overmaat)

Slide 15 - Slide

Sleep de deeltjes naar de juiste oplossing
kaliumjodaat-oplossing
kaliumjodide-oplossing
jood-oplossing
vitamine C-oplossing
K+ (aq)
K+ (aq)
IO3- (aq)
I- (aq)
I2 (aq)
C6H8O6 (aq)

Slide 16 - Drag question

Maak nu opdracht 1  bij EXP 3 in het practicumboekje
Geef, met behulp van halfreacties, de vergelijking van de reactie die plaats vindt tijdens de titratie tussen de kaliumjodaat- en aangezuurde kaliumjodide-oplossing.

Extra gegeven nodig: de halfreactie van het jodaat-ion als oxidator is:
 IO3- + 6H+ + 6e- → I- + 3 H2

Slide 17 - Slide

Opdracht 1 nakijken
ox           IO3- + 6 H+ + 6e- → I- + 3 H2O              1x
red               2I-                        →       I2 + 2e-             3x

totaal     IO3- + 6H+ + 6I-  →   I- + 3 H2O + 3 I2
totaal    IO3- + 6H+ + 5I-   → 3 H2O + 3 I2

Slide 18 - Slide

Maak opdracht 2  bij EXP 3 in het practicumboekje
Geef, met behulp van halfreacties, de vergelijking van de reactie tussen ascorbinezuur en jood. 

Extra gegeven nodig: de halfreactie van vitamine C als reductor is: 
C6H8O6 → C6H6O6 + 2 H+ + 2 e-

Slide 19 - Slide

Opdracht 2 nakijken
ox                              I+ 2e- → 2 I-                                                1x
red                          C6H8O6 → C6H6O6 + 2 H+ + 2 e-          1x

totaal           I2 +  C6H8O6  →   2I- + C6H6O6  + 2H+ 

Slide 20 - Slide

Hoe kan je de aanwezigheid van I2 aantonen?
(Nodig voor de eindpuntsbepaling)

De kleur van I(aq) is lichtgeel (linkerbuis).
Bij lage concentraties I2 is de lichtgele kleur echter niet duidelijk waarneembaar. 

Als in een reactiemengsel naast  I2  ook
 zetmeel aanwezig is ontstaat het zwartgekleurde  I2 -zetmeel (aq) (rechterbuis).  Dit is zeer duidelijk waarneembaar!


I2-zetmeel (aq)
I2 (aq)

Slide 21 - Slide

Bij reactie 1 ontstaat I2. Zolang er nog vitamine C aanwezig is, reageert het I2 direct met vitamine C weg tot I-.

Welke kleurverandering neem je waar bij het eindpunt van de titratie?
A
voor eindpunt: zwart na eindpunt kleurloos
B
voor eindpunt: kleurloos na eindpunt: zwart

Slide 22 - Quiz

Uitleg
In de buret zit jodaat-oplissing.
In de erlenmeyer zit vitamine C, jodide (overmaat), zetmeel en zwavelzuur opgelost. 

Als een druppel jodaat-oplossing in de erlenmeyer valt reageert jodaat eerst met jodide waarbij jood ontstaat. Het ontstane jood reageert vervolgens direct met ascorbinezuur.

Wanneer alle vitamine C heeft gereageerd is het eindpunt bereikt. Als nu een druppel jodaatoplossing in de erlenmeyer valt kan nog wel jood ontstaan (jodaat reageert met jodide). Dit jood blijft aanwezig, het kan niet meer met vitamine C reageren. Doordat er ook  zetmeel in de oplossing aanwezig is, kleurt de oplossing met jood nu zwart.
analiet
titrant

Slide 23 - Slide

Heb je nog een vraag voor je aan de titratie kan beginnen? Noteer hem dan hieronder.

Slide 24 - Open question