10.4 voortplanting met bloemen

10 Voortplanting
10.4 Voortplanting met bloemen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10 Voortplanting
10.4 Voortplanting met bloemen

Slide 1 - Slide

Waarom heeft een plant bloemen?

Slide 2 - Slide

voortplantingscellen
Stuifmeelkorrels (mannelijk)
meeldraad- helmdraad
                       - helmknop 
Eicellen (vrouwelijk)
stamper - stempel
                   - stijl
                   - vruchtbeginsel

Nectar
zoete vloeistof
Kroonblad
opvallende kleuren, aantrekken insecten
Kelkblad
beschermen van de bloem als deze in de knop zit

Slide 3 - Slide

Hoe komen stuifmeelkorrels en eicellen bij elkaar?

Slide 4 - Slide

Bestuiving


Bestuiving = 
Als er stuifmeelkorrels op de stempel terecht komen van dezelfde soort

Bestuiving kan plaatsvinden door: 
  • De wind
  • Insecten (bijen, vliegen, vlinders)
 
Soorten bestuiving:
  • Zelf bestuiving
  • Kruisbestuiving

Slide 5 - Slide

Insectenbloemen
Bestuiving door insecten -> insectenbloemen

Aangetrokken door:
  • Nectar
  • Grote opvallende
    kroon-bladeren
  • plakkerig stuifmeel
  • stempel kleverig

Slide 6 - Slide

Windbloemen
Bestuiving door wind -> windbloemen

  • Veel en licht stuifmeel 
  • Kleine onopvallende bloemen
  • meeldraden buiten de bloem
  • meestal veervormige stempel buiten de bloem

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoe ontstaan vruchten een zaden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


1. kroonbladeren verschrompelen
2. zaadbeginsel wordt zaad
- bevruchte eicel --> kiem (jong plantje)
- 2 zaadlobben--> reservevoedsel tijdens ontkiemen

3. vruchtbeginsel wordt vrucht
- in vrucht zitten de zaden
- vrucht is er voor verspreiding van zaden

Slide 11 - Slide

Hoe verspreiden planten hun zaden?

Slide 12 - Slide

Verspreiding door dieren

Slide 13 - Slide

Verspreiding door dieren

Slide 14 - Slide

verspreiding door de plant zelf

Slide 15 - Slide

Verspreiding door de wind
Hele kleine en lichte vruchtjes verspreiden door de wind

Bijvoorbeeld
met pluisjes (A) of
met vleugeltjes (B)

Slide 16 - Slide

Wat gebeurt er tijdens de levenscyclus van een plant?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide