3.4 Woordformules


Welkom bij wiskunde!
Ga zitten en pak je spullen erbij.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Welkom bij wiskunde!
Ga zitten en pak je spullen erbij.

Slide 1 - Slide

Vandaag

  • Woordformules -> uitleg
  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je kunt rekenen met woordfromules.

Slide 3 - Slide

Woordformules
a. Wat krijgt zij als vast bedrag? 
     € 10,-

b. Hoeveel krijgt ze per rondje? 
    € 4,-

c. Hoeveel voor 5 rondjes?
    5 x € 4,- + € 10,- = € 30,-
€ 10,00
a
b
c

Slide 4 - Slide

Aantal rondjes
0
1
2
3
4
5
bedrag in € 
10
14
18
22
26
30
+1
+1
+1
+1
+1
Welke regelmaat zie je bij het bedrag?
Er komt elke keer +4 bij.

Slide 5 - Slide

Aantal rondjes
0
1
2
3
4
5
bedrag in € 
10
14
18
22
26
30
bedrag = 10 + 4 x aantal rondjes.
bedrag = 4 + 10 x aantal rondjes.
Wat is de juiste som?

Slide 6 - Drag question

Woordformule
bedrag = 10 + 4 ∙ aantal rondjes is een woordformule.

  • Een woordformule is een som met meer dan 1 uitkomst.
  • Je stopt er elke keer een andere waarde in. Hier: aantal rondjes.
  • Er zit regelmaat in de uitkomsten.

Slide 7 - Slide

kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten

Welk bedrag is het vaste bedrag?
A
4
B
0,50

Slide 8 - Quiz

kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten

Wat is het bedrag per kaart?
A
0,50
B
4

Slide 9 - Quiz

kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten

Hoeveel kosten 10 kaarten?
A
40,50
B
45,-
C
9,50
D
9,-

Slide 10 - Quiz

kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten

Hoeveel kosten 10 kaarten?
4+0,5010=
4+5=9

Slide 11 - Slide

Aan de slag!


Maken:
opdracht 59 t/m 67






Slide 12 - Slide