MM 1K/G - Toetsvoorbereiding H5 + 5.4 Shoppen! (les 1-2)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom

Mens en Maatschappij

Boek 5 Steden en dorpen

Start

Lesdoelen

• Je kent het basispatroon van een stad.
• Je weet wat productiefactoren zijn.
• Je weet hoe productiefactoren de prijs beïnvloeden.
• Je kent de redenen waarom mensen tegenwoordig naar de stad gaan.
• Je oefent met de toetsvragen.

Toets H5

• 24-05-2022
• Zie leerdoelenoverzicht

Boek 5 Steden en dorpen

Blok 4 Shoppen!

Leerdoelen

• Je weet hoe steden op elkaar zijn gaan lijken.
• Je kent de ontwikkeling van moderne bedrijven.

Opdracht

• Lees Steden lijken op elkaar (p 75).
• Maak opdracht 2-5.
• Lees Zo goedkoop mogelijk (p 78).
• Maak opdracht 6-9.

Begrippenkennis

• Weidewinkels
• Schaalvergroting
• Multinationals
• Productiefactoren
• Specialisatie
• Lagelonenlanden
• Mondialisering

Inzicht

• Je kunt uitleggen waarom bedrijven groter willen worden.
• Je kunt uitleggen hoe productiefactoren gunstig kunnen worden gebruikt.
• Je kunt de oorzaken van mondialisering noemen.

Welk middeleeuws kenmerk van het ontstaan van steden lees je hier?

1. fort
2. kerk
3. stad
4. oud

Beschrijf hoe Utrecht vervolgens is uitgebouwd tot een grote stad. Gebruik begrippen uit de lesstof.

Dit geld uit de Middeleeuwen is gevonden onder het Domplein in Utrecht.
Noem drie verschillen met modern geld dat je nu zou kunnen vinden in Utrecht.

Wat is geen voorbeeld van een stadsrecht uit de Middeleeuwen?

1. Het bouwen van een stadsmuur.
2. Het betalen van belasting.
3. Het organiseren van een markt.
4. Het heffen van tol.

primaire sector

secundaire sector

tertiaire sector

Maak de juiste combinaties.

autoverkoper

rozenkweker

scheepswerf

Noem een overeenkomst en een verschil tussen een middeleeuws Hanzeverbond en moderne partnersteden.

Wat was geen Hanzestad?

1. Zutphen
2. Kampen
3. Deventer
4. Amsterdam

Veel Hanzesteden lagen in Noord-Europa.
Op welke plekken kon je deze steden vooral vinden en waarom?

Bekijk de afbeelding. Welk begrip hoort hierbij?

1. stedelijke groei
2. stadsvernieuwing
3. verpaupering
4. schaalvergroting

Wat is geen voorziening?

1. supermarkt
2. stadhuis
3. stoffenwinkel
4. strand

Noem de drie soorten voorzieningen en geef van elke soort een voorbeeld.

Boek 5 Steden en dorpen

Blok 4 Shoppen!

Leerdoelen

• Je weet hoe steden op elkaar zijn gaan lijken.
• Je kent de ontwikkeling van moderne bedrijven.

Opdracht

• Lees Fun en food (p 85).
• Maak opdracht 16-17.

• Maak opdracht 21-22.
• Bekijk p 91 aandachtig.

Begrippenkennis

• Weidewinkels
• Schaalvergroting
• Multinationals
• Productiefactoren
• Specialisatie
• Lagelonenlanden
• Mondialisering

Inzicht

• Je kunt uitleggen waarom bedrijven groter willen worden.
• Je kunt uitleggen hoe productiefactoren gunstig kunnen worden gebruikt.
• Je kunt de oorzaken van mondialisering noemen.

Wat was geen product waar Hanzesteden in handelen?

1. wol
2. graan
3. wijn
4. aardappelen

Wat is geen voorbeeld van een stadsrecht uit de Middeleeuwen?

1. Het bouwen van een stadsmuur.
2. Het betalen van belasting.
3. Het organiseren van een markt.
4. Het heffen van tol.

Wat was een Hanzestad?

1. Zwolle
2. Leeuwaarden
3. Rotterdam
4. Eindhoven

primaire sector

secundaire sector

tertiaire sector

Maak de juiste combinaties.

autoverkoper

rozenkweker

scheepswerf

Noem drie redenen voor bedrijven om zich in een stad te vestigen.

Wat is de juiste definitie van een voorziening?

1. Een bedrijf dat of een organisatie die zichzelf voorziet van energie.
2. Een bedrijf dat of een organisatie die toekomstige ontwikkelingen voorziet.
3. Een bedrijf dat of een organisatie die ervoor zorgt dat mensen kunnen krijgen wat ze nodig hebben.
4. Een bedrijf dat of een organisatie die ervoor zorgt dingen nodig hebben.

Noem de belangrijkste oorzaak waardoor het aantal boeren afnam in de tweede helft van de twintigste eeuw.

natuur

kapitaal

arbeid

Maak de juiste combinaties.

betonmolen

zand

metselaar

Hornback komt voor in onder andere Nederland, Duitsland, Oostenrijk en nog veel meer landen.
Hoe noem je zo'n bedrijf?

1. multinational
2. specialist
3. mondiaal
4. weidewinkel

Geef drie redenen waarom je Hornbach aan de rand van de stad vindt.

Waar vind je deze winkel in een stad?

1. in het centrum
2. in een woonwijk
3. in de binnenring
4. aan de buitenste rand

Leg uit waarom Hornbach goedkoper is dan een kleine doe-het-zelfzaak in jouw dorp of stad.
Gebruik het woord 'productiefactoren' in je antwoord.

Boek 5 Steden en dorpen

Afsluiting

Lesdoelen

• Je kent het basispatroon van een stad.
  
• Je weet wat productiefactoren zijn.
  
• Je weet hoe productiefactoren de prijs beïnvloeden.
  
• Je kent de redenen waarom mensen tegenwoordig naar de stad gaan.
  
• Je oefent met de toetsvragen.

Toets H5

• 24-5-2022
• Zie leerdoelenoverzicht