p2. De economie van de stad

De creatieve stad
Groot aantal ICT’ers en mensen in creatieve en hightech beroepen.

  1. Waarom in die steden?
  2. Wie profiteren? 
  • Hoog opgeleide werknemers 
  1. Welke twee negatieve gevolgen? 
  • Duale arbeidsmarkt 
  • Sociale ongelijkheid 

1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De creatieve stad
Groot aantal ICT’ers en mensen in creatieve en hightech beroepen.

  1. Waarom in die steden?
  2. Wie profiteren? 
  • Hoog opgeleide werknemers 
  1. Welke twee negatieve gevolgen? 
  • Duale arbeidsmarkt 
  • Sociale ongelijkheid 

Slide 1 - Slide

De creatieve stad
Groot aantal ICT’ers en mensen in creatieve en hightech beroepen.

  1. Waarom in die steden?
  2. Wie profiteren? 
  • Hoog opgeleide werknemers 
  1. Welke twee negatieve gevolgen? 
  • Urbanisatie van rijkere mensen--> hoge prijzen
  • Gevolg: Sociale ongelijkheid 

Slide 3 - Slide

De economie van de stad

Slide 4 - Slide

Lesdoel
  • Je weet dat de creatieve beroepen in steden de motor zijn van de kenniseconomie en steeds belangrijker worden. 
  • Je begrijpt op welke manier de creatieve sector steden economisch laat groeien

Slide 5 - Slide

Ontwikkeling van  de beroepsbevolking
- primaire sector = landbouw sector
- secundaire sector = industrie sector
- tertiaire sector = diensten sector


Slide 6 - Slide

Industriele revolutie!
Fabrieken / werk + goedkope arbeiders
Menen trokken uiteindelijk weg door de durkte en stank

Slide 7 - Slide

Ontwikkelingen in arbeidswereld
1) agrarische samenleving (primaire sector)
Belangrijkste productiefactor: Grond

2) Industriële samenleving (eind 19e eeuw)
Belangrijkste productiefactor: fabrieken, grondstoffen en arbeid

3) Kenniseconomie (Dienstverlening)
Belangrijkste productiefactor: Hersenen

Slide 8 - Slide

Kennis economie!
ICT / High Tech / innovaties / juridische onderdelen 


"belevingseconomie" - het merk/"brand" moet uitstraling hebben, social media waardig zijn. 

Slide 9 - Slide

De stad terug als economisch centrum


  • 'Harde' technologische kennis: technische uitvindingen
  • 'Zachte' sociale kennis: kennis van het gedrag van mensen

Profiteren van nabijheid: uitwisseling van goederen, informatie en diensten
Kenniseconomie
Een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe producten worden bedacht.
Vooral steden zijn een goede locatie voor bedrijven in de kenniseconomie, omdat hier snel en eenvoudig kennis gedeeld kan worden.

Slide 10 - Slide

  • Wat valt je op?

  • Waar zullen de meeste kennisintensieve bedrijven zich bevinden? 

Slide 11 - Slide

Informatie delen
Het delen van kennis en informatie en het aanleveren van diensten noemen we zakelijke dienstverlening


Dit zijn vaak kleine bedrijfjes waar het vooral om de brains gaat. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De aantrekkelijke stad
  • 1975-1990: leegloop 
  • Na 1990: kenniseconomie maakt de stad weer belangrijk, meer mensen gaan weer in de stad wonen.  Ook door stadsvernieuwing, herstructurering en vinex wijken. 
Met name creatieve beroepen: 
Vormgevers, marketeers, ICT, architecten etc. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Waarom?
  1. creatieven wonen graag in steden en geven veel geld uit aan stedelijke voorzieningen.
  2. creatieven creëren een sfeer van succes. Stad wordt hierdoor aantrekkelijk om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen.



Slide 16 - Slide

Hoe?
Steden proberen op twee manieren de creatieve sector aan te trekken:
  1. Science parks ontwikkelen 
  2. Goedkope bedrijfsruimte: broedplaatsen 
(en 3. koop/huurwoningen in het duurdere segment)

Voorbeelden?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Science parks
Clustering van bedrijven in science parks

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Clustering van broedplaatsen en scienparken 


Waar?



Oorzaak?


Werk en opleidingen in grote steden
Demografisch:
trek jongeren naar de werk/opleidingen (krimp)
Bevolkingskrimp + drempelwaarde wordt niet meer gehaald (te weinig klanten)
Gevolg?

Slide 25 - Slide

Afmaken paragraaf 4.2

Slide 26 - Slide