H2-1 Dierencellen 4H

H2: Cellen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2: Cellen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Deel 1: Dierencellen

Slide 3 - Slide

Doel en begrippen 
Je leert hoe dierencellen zijn opgebouwd en hoe de celonderdelen werken

prokaryoot, eukaryoot, vacuole, chloroplasten, chromoplasten, amyloplasten, plastiden, celkern, kernlichaampje, kernporie, chromosoom, celwand, celmembraan, cytoplasma, grondplasma, celskelet, centriolen, mitochondrie, (ruw) endoplasmatisch reticulum, golgi-systeem, ribosoom, flagellen, celmembraa, lipiden, receptoreiwitten, transporteiwitten 

Slide 4 - Slide

Vier rijken - celkenmerken

Slide 5 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Autotroof: maakt eigen voedingsstoffen
Heterotroof: voedingsstoffen uit andere organismen

Slide 6 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Prokaryoot: zonder celkern
Eukaryoot: met celkern

Slide 7 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
celmembraan:
begrenzing van de cel, regelt wat er in- en uit gaat 

Slide 8 - Slide

Bouw celmembraan

Slide 9 - Slide

Fosfolipiden: hydrofiele (waterafstotende) kop en hydrofiele (wateraantrekkende) staart

Slide 10 - Slide

Dubbele laag fosfolipiden: erg bewegelijk.
Cholesterol moleculen: remt de beweeglijkheid

Slide 11 - Slide

Eiwitmoleculen: transport, receptoren, soms met een koolhydraatketen aan de buitenkant.

Slide 12 - Slide

Celmembraan: selectief permeabel/ semipermeabel
Niet alle stoffen kunnen het membraan passeren.

Slide 13 - Slide

Stoffentransport
Passief transport kost geen energie, actief transport kost energie (ATP).

Slide 14 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
grondplasma:
waterige inhoud van de cel.

cytoplasma: inhoud van de cel inclusief  organellen

Slide 15 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
celkern:
bevat het erfelijk materiaal (DNA) in de vorm van chromosomen 

Slide 16 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
kernmembraan: omgeeft de kern, bevat kernporiën

kernlichaampje:
bevat het materiaal wat nodig is om ribosomen te maken

Slide 17 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
ribosoom:
bestaat uit RNA en eiwitten, zijn betrokken bij het maken van nieuwe eiwitten 

Slide 18 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
mitochondrium:
energiecentrale van de cel: hier wordt glucose afgebroken mbv O2, dit levert energie op (in de vorm van ATP) en CO2

Slide 19 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
endoplasmatisch reticulum:
transportstelsel van membranen (par4)
ruw: ribosomen aan de buitenkant
glad: geen ribosomen aan de buitenkant 

Slide 20 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
golgisysteem:
transportstelsel dat eiwitten bewerkt en blaasjes afsnoert zoals lysosomen/ transportblaasjes (par4)

Slide 21 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
lysosoom:
blaasje omgeven door een membraan waar enzymen in zitten (eiwitten die dingen kunnen afbreken zoals organellen)

Slide 22 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
transportblaasje:
blaasje met verpakte eiwitten

Slide 23 - Slide

Dierencellen (heterotroof/ eukaryoot)
celskelet:
geeft stevigheid aan de cel en richting aan transportprocessen.

Slide 24 - Slide

Bekijk BINAS 79C
Welke ontbreekt?

Slide 25 - Slide

Doel en begrippen 
Je leert hoe dierencellen zijn opgebouwd en hoe de celonderdelen werken

prokaryoot, eukaryoot, vacuole, chloroplasten, chromoplasten, amyloplasten, plastiden, celkern, kernlichaampje, kernporie, chromosoom, celwand, celmembraan, cytoplasma, grondplasma, celskelet, centriolen, mitochondrie, (ruw) endoplasmatisch reticulum, golgi-systeem, ribosoom, flagellen, celmembraa, lipiden, receptoreiwitten, transporteiwitten 

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Bestudeer Paragraaf 1 van H2 van vorig jaar.

Slide 27 - Slide