9.7 De Duitse bezetting van Nederland

9.7
De Duitse bezetting van Nederland
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

9.7
De Duitse bezetting van Nederland

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Leren wat er in Nederland gebeurde tijdens de Duitse bezetting.
Leren welke rollen Nederlanders aan konden nemen tijdens de Duitse bezetting.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

De Duitse bezetting van Nederland - begin
  • 10 mei 1940: Duitse aanval op Nederland.
  • 14 mei: bombardement op Rotterdam.
  • 15 mei: Nederland geeft zich over. (In Zeeland 17 mei)
  • --> Arthur Seyss-Inquart wordt rijkscommisaris: de directe vertegenwoordiger van Hitler in Nederland.
  • Democratie verdwijnt, maar veel systemen blijven: bijv. meeste burgemeesters blijven gewoon op hun plek (wel ariërverklaring).
  • Nederlanders zijn broedervolk --> worden goed behandeld.

Slide 4 - Slide

Oefenexamenvragen
Maak oefenexamenvraag 1.
Je hebt 5 minuten de tijd.
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Examenvraag beantwoorden
Ik zie... (wat zie/lees je in de vraag en/of bron?)
Ik weet... (wat weet je van dit onderwerp dat nodig is om de vraag te beantwoorden?)
Dus... (herhaal de vraag en geef antwoord)

Slide 6 - Slide

Antwoord oefenexamenvraag
1 maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de rassenleer van de nazi's leidde tot een soepele behandeling bij de 'Arische broedervolken' in Noord- en West-Europa, en tot genocide in Oost-Europa, waar volgens hen Untermenschen leefden.

Slide 7 - Slide

De Duitse bezetting van Nederland
  • 1941: Invoering persoonsbewijs.
  • Voedsel met distributiebonnen.
  • Spertijd van 0:00-4:00 (later van 20:00-4:00).
  • 1942: Invoering Arbeitseinsatz, totaal 500.000 mannen + begin deportatie van Joden.
  • Totale gelijkschakeling van de samenleving: alle organisaties worden onderdeel van Nazistische organisaties.
  • 1943: studenten moeten ariërverklaring tekenen --> veel weigeren.
  • Veel censuur en propaganda.




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Oefenexamenvragen
Maak oefenexamenvraag 2.
Je hebt 5 minuten de tijd.
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Antwoord oefenexamenvraag 2
2 maximumscore 2 Voorbeeld van een juist antwoord is: • Als politiek motief: de Duitse bezetter wilde de Nederlandse bevolking voor zich winnen/nazificeren/overhalen tot het aannemen van nazidenkbeelden / beschouwde de Nederlandse bevolking als Germaans broedervolk 1 
• Als militair motief: Nederland kon een grote bijdrage aan de Duitse oorlogsvoering leveren als vrijwillig werd meegewerkt / er was geen groot bezettingsleger nodig 1

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Verzet en collaboratie
  • 1941: Februaristaking
  • 1943: april-meistaking
  • --> Sfeer tussen bezetters en Nederlanders slaat om.
  • 1944: Spoorwegstaking
  • Verzetsacties
  • Collaboratie

Slide 13 - Slide

Verzetsacties
Hannie Schaft - aanslagen
Jacques van de Kar - treinsleutels
Henriëtte Pimentel - créche

Slide 14 - Slide

Kwadrant verzet en collaboratie
  • Je werkt in tweetallen.
  • Je gaat mensen uit de Tweede Wereldoorlog indelen in een kwadrant: is er sprake van verzet of collaboratie? Van eigenbelang of algemeen belang?
  • Volg heel precies elke vraag op het werkblad.
  • --> Ga niet zelf verzinnen waar je wilt beginnen.
  • Wanneer er staat dat je mag overleggen, bespreek dan met een duo voor of achter je.

Slide 15 - Slide

Bespreken kwadrant
Wie heb je waar geplaatst?
Waarom?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Oefenexamenvraag 3
Maak oefenexamenvraag 3.
Je hebt zeven minuten de tijd.
timer
7:00

Slide 18 - Slide