Herhalingsles Hoofdstuk 6

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 6 herhalingsles

6.1 De Republiek van Weimar

Duitsland wordt een republiek

• Keizer vlucht in 1918 naar     Nederland 
• Nieuwe regering: liberalen, katholieken en socialisten.
• Grondwet geschreven in Weimar: Weimarrepubliek

Vrijkorpsen

• Oudsoldaten die terugkwamen van de loopgraven en wilden doorvechten.
• Ontevreden over het Verdrag van Versailles.
• Maakten jacht op hen die verdacht werden van de nederlaag: communisten, intellectuelen, Joden en de nieuwe regering.

De dolkstootlegende

De gewone Duitse soldaten wisten niet dat hun eigen generaals de keizer hebben doen aftreden en een wapenstilstand lieten gebeuren.

De communisten en Joden kregen de schuld

Spartakus opstand

• Een communistische opstand.
• Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht zijn vermoord.
• Generaals wilden niet dat communisten aan de macht kwamen (adel en oude machthebbers)

Kapp-Putsch

• Een opstand van conservatieven.
• Het leger steunde deze opstand.
• De angst voor communsiten was veel groter dan de angst voor een koning of keizer.

Hyperinflatie en Erfullungspolitiek

• De Duitse economie was uitgeput door herstelbetalingen.
• Duitsland wílde wel betalen maar kon simpelweg niet. (Erfullungspolitik)
• Er werd geld bijgedrukt hierdoor daalt de waarde. (inflatie)

Het Dawesplan 1923

Het Dawesplan 1929

6.2 In de ban van Hitler

De NSDAP trekt meer macht naar zich toe.

Vlak voor de verkiezingen:

• Hitler wordt Rijkskanselier.
• Drie NSDAP-ministers.
• Hitler schrijft nieuwe verkiezingen uit.
• Rijksdagbrand.

6.3/6.4 Jodenvervolging en de Holocaust

De jodenvervolging

- Anti-semitisme in Europa bestaat al lang

- Oudheid tot nu

- Makkelijk herkenbare 'zondebokken'

Jodenvervolging

- Februaristaking

- Verhuizingen naar Jodenwijken

- Van Amsterdam naar Westerbork, van Westerbork naar de vernietigingskampen.

De jodenvervolging

- 160.000 Joden in Nederland volgens Duitse rassenwetten.

- "Joden verboden" op scholen, in bioscopen, zwembaden, parken en sportverenigingen.

- 'Jodenster' dragen

- Snel gewelddadige aanvallen

6.4 Nederland in bezettingstijd

Duitse overval

10 mei 1940: Het begin

- 4 dagen lang wordt er hard gevochten

- Bombardement op Rotterdam, 14 mei

- Overgave van Nederland, 15 mei

- Seyss Inquart wordt de baas in bezet Nederland

Duitse overval

10 mei 1940: Het begin

-  Na Rotterdam zouden Utrecht, Den Haag en Amsterdam volgen.

- Bombardement zorgde voor 78.000 daklozen

- Honderden branden braken uit

Collaboratie en Verzet

14 mei 1940: Nederland is bezet

-  Belangrijke ambtenaren en ministers gingen meewerken met de bezetter.

- Ook politie en bedrijfsmensen moesten collaboreren.

- Ambtenaren moeten de Ariërverklaring ondertekenen.

Collaboratie en Verzet

14 mei 1940: Nederland is bezet

- Ariërverklaring was een

bewijsdocument dat je geen 

Jood was in Nederland.

- Van de 200.000 mensen

weigerden er 8

Collaboratie en Verzet

14 mei 1940: De collaborateurs 

- Veel mensen tekenden om gedoe te voorkomen

- Ze wilden er het beste van maken en pasten zich aan: 'accomodatie'

Collaboratie en Verzet

1941: Nederland is bezet

- Alle politieke partijen worden verboden behalve de NSB

- NSB verving burgemeesters, werkte voor de bezetter en verraadde tegenstanders aan de Duitsers.

- ongeveer 23.000 Nederlanders vechtten mee met de Duitsers in het oostfront, de collaboratie

Collaboratie en Verzet

Eind 1941: De neutralen

- Bedrijven moeten van de Duitsers de werkloosheid oplossen.

- Eerst vrijwillig, later onder dwang moesten Nederlanders in Duitsland werken (in de plek van frontsoldaten)

- De Arbeitseinsatz zorgde voor 330.000 ondergedoken mannen.

Collaboratie en Verzet

Eind 1941: Het verzet

- Ongeveer 25.000 Nederlanders in het verzet

- Hielpen onderduikers, pleegden aanslagen

en drukten illegale kranten.

- Politieke partijen, vakbonden en 

nieuwe kranten waren verboden

(Trouw, het Parool, etc.)