Inkomstenbelasting

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4-6

Ken je de begrippen & theorie?

Inkomstenbelasting betaal je over je:

1. bruto inkomen + aftrekposten
2. bruto inkomen
3. Belastbaar inkomen
4. belastbaar inkomen - kortingen

Een progressief belastingtarief betekent:

1. Dat mensen met meer inkomen meer belasting betalen
2. Dat mensen met meer inkomen % minder belasting betalen
3. Dat mensen met meer inkomen minder belasting betalen
4. Dat mensen met meer inkomen % meer belasting betalen

Het marginale belastingtarief is

1. Het gemiddelde belastingtarief
2. Niet zo heel erg veel, het is het laagste tarief
3. Het hoogste tarief waarin je inkomen valt
4. Alle belastingschijf tarieven opgeteld en dan vergeleken met wat jij betaalt

Loonheffing is:

1. inkomstenbelasting
2. inkomstenbelasting + premies sociale verzekeringen
3. inkomstenbelasting - korting
4. Inkomstenbelasting en premies volksverzekering

Een voorbeeld van volksverzekeringen zijn:

1. AOW
2. Aansprakelijkheidsverzekering
3. Arbeidsongeschikt-heidsverzekering
4. Wajong

Inkomstenbelasting betaal je:

1. Aan het eind van het jaar
2. Via een maandelijks voorschot
3. Aan het begin van het jaar
4. Ieder kwartaal opnieuw.

De progressieve inkomstenbelasting werkt:

1. Nivellerend op de inkomens
2. denivellerend op de inkomens
3. Niet, want iedereen betaald hetzelfde %
4. Alleen voor de hogere inkomens.

Progressieve belastingen zijn belastingen die:

1. Volgens het solidariteitsbeginsel werken
2. Volgens het profijtbeginsel werken.
3. Voor iedereen gelijk zijn
4. Volgens het draagkrachtbeginsel werken

Het gemiddelde heffingstarief is:

1. Altijd lager dan het marginale tarief
2. Gelijk aan het marginale tarief
3. Altijd hoger dan het marginale tarief
4. Kan hoger maar ook lager dan het marginale tarief zijn.

De betaalde hypotheekrente

1. Verlaagt je belastbare inkomen
2. Verhoogt je belastbare inkomen
3. Verlaagt je bruto inkomen
4. Verhoogt je bruto inkomen

Wat is een aftrekpost bij de inkomstenbelasting?

1. hypotheekaflossing
2. hypotheekrente
3. kosten woonwerkverkeer
4. pensioenuitkering

Inkomstenbelasting in een ......

1. directe belasting
2. indirecte belasting

Een belastingvrije voet draagt bij aan meer

1. nivellering
2. denivellering

De combinatie van een belastingvrije voet en een vlaktaks komt voor bij een:

1. degressief belastingstelsel
2. proportioneel belastingstelsel
3. progressief belastingstelsel
4. alle drie is mogelijk