Personal Pronouns

Aan het einde van de les
*ken je de Engelse persoonlijke voornaamwoorden
* kun je deze op een goede manier in een zin gebruiken
*
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Aan het einde van de les
*ken je de Engelse persoonlijke voornaamwoorden
* kun je deze op een goede manier in een zin gebruiken
*

Slide 1 - Slide


Personal Pronouns
Persoonlijke Voornaamwoorden

Slide 2 - Slide

What pronouns do you know?

Slide 3 - Mind map

Demonstrative (aanwijzende) pronouns
    Write in your notebook (schrift):

onderwerp / subject
          Ik          =       I
           ij          =      You
         Hij         =      He
          Zij         =     She
          Het       =     It
         Wij         =    We
          Jullie    =    You
           Zij         =    They

Slide 4 - Slide

Exercise 1
Choose the correct personal pronoun
Kies de juiste persoonlijke voornaamwoord

Slide 5 - Slide

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan
A
he
B
we
C
you
D
she

Slide 6 - Quiz

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog
A
he
B
it
C
you
D
I

Slide 7 - Quiz

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my friends and I
A
I
B
they
C
we
D
you

Slide 8 - Quiz

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my teachers
A
you
B
we
C
I
D
they

Slide 9 - Quiz

This is Jonah, (wij) like him a lot.
A
we,
B
they
C
us
D
you

Slide 10 - Quiz

What do (jullie) want from us?
A
she
B
they
C
you
D
your

Slide 11 - Quiz

This is Karin, (zij) likes football.
A
they
B
she
C
her
D
he

Slide 12 - Quiz

Do you see those two boys? (Zij) are up to no good.
A
she
B
they
C
him
D
them

Slide 13 - Quiz

(hij) gave her a pretty flower.
A
him
B
he
C
her
D
him

Slide 14 - Quiz

Well done!


Slide 15 - Slide

     Do:     
             Exercises 5 and 6
                        on p.14
 

Slide 16 - Slide