What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HS 1 Lezen en Woordenschat
HS 1 Lezen + Woordenschat
Testen van je kennis
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
HS 1 Lezen + Woordenschat
Testen van je kennis
Slide 1 - Slide
Lezen
Slide 2 - Slide
Welke leesstrategie kies je om het onderwerp van de tekst te vinden?
A
Orienterend lezen
B
Precies lezen
C
Globaal lezen
D
Alle drie.
Slide 3 - Quiz
Bij orienterend lezen lees je de hele tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Welke stappen onderneem je om het onderwerp van de tekst te vinden?
A
Ik lees de hele tekst en kijk welk woord het meeste wordt gebruikt.
B
Ik lees alleen de eerste en de laatste zin van elke alinea en stel mijzelf de vraag: Waarover gaat deze tekst?
C
Ik bekijk de tekst, lees de inleiding en stel mij zelf de vraag: Waarover gaat deze tekst?
D
Ik kijk naar de zin, zoek de pv en stel de vraag: Wie of wat + pv?
Slide 5 - Quiz
Wat is het belangrijkste doel van de eerste alinea?
A
Belangrijke personen voorstellen.
B
De aandacht trekken met een bijzonder verhaaltje.
C
Een uitleg over de opbouw van de tekst geven.
D
Het onderwerp van de tekst aankondigen.
Slide 6 - Quiz
Welke vraag stel je om het onderwerp van de tekst te vinden?
A
Moet je de tekst oriënterend lezen?
B
Moet je naar de titel kijken?
C
Welke tussenkopjes zijn er?
D
Waarover gaat de hele tekst?
Slide 7 - Quiz
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
geldverspilling
B
energieverspilling
C
het weggooien van eten
D
de Weggooitest
Slide 8 - Quiz
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
mbo-opleidingen in Nederland
B
onwenselijke situatie
C
stage mbo
D
stage voor illegale jongeren
Slide 9 - Quiz
Woordenschat
Slide 10 - Slide
Wat is een synoniem?
A
2 woorden verschillende betekenis
B
1 woord met meerdere betekenissen
C
2 woorden die tegenstellingen van elkaar zijn
D
2 woorden met dezelfde betekenis
Slide 11 - Quiz
Het antoniem van ‘synoniem’ is … .
A
homoniem
B
synoniem
C
antoniem
D
hyponiem
Slide 12 - Quiz
De synoniem van 'waarschijnlijk' =
A
vermoedelijk
B
ooit
Slide 13 - Quiz
De synoniem van 'exact' =
A
snel
B
precies
Slide 14 - Quiz
open - dicht
A
synoniem
B
antoniem
Slide 15 - Quiz
kwaad - boos
A
synoniem
B
antoniem
Slide 16 - Quiz
dik - dun
A
synoniem
B
antoniem
Slide 17 - Quiz
SYNONIEM: LANGZAAM
A
TRAAG
B
SNEL
C
GAUW
D
RAP
Slide 18 - Quiz
man - vrouw
A
Synoniem
B
Homoniem
C
Antoniem
Slide 19 - Quiz
Synoniem voor:
gevaar
A
risico
B
ongeluk
C
uitglijden
D
ongevaarlijk
Slide 20 - Quiz
Synoniem voor absent is
A
absent
B
afwezig
C
aanwezig
D
bijzonder
Slide 21 - Quiz
Synoniem voor:
meteen
A
later
B
morgen
C
direct
D
volgend jaar
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
HS 1 Lezen en Woordenschat
August 2020
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
HS 1 Lezen en Woordenschat
August 2020
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
HS 1 Lezen en Woordenschat
September 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
GYM 1 - Dinsdag 10-9 Lezen tkst 3 + Woorden h 1 (opdr 5 en memorie)
September 2019
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1 mavo 11 en 12 mei
May 2021
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Di 4 okt synoniemen en antoniemen
October 2022
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
§3.3 Woorden
December 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Lezen Blok 1- les 1
August 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4