WEBB - kopen en werken 4.9 t/m 4.14

Welkom
3 VWO ||  2022-2023

Hoofdstuk 4
Een eigen bedrijf


1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
3 VWO ||  2022-2023

Hoofdstuk 4
Een eigen bedrijf


Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhaling H4.1
  • Uitleg theorie H4.2
  • Samen oefenen
  • Maken opgave 9 t/m 14
  

Slide 2 - Slide

Leg het begrip 'afzet' uit

Slide 3 - Open question

Hoe bereken ik de omzet?

Slide 4 - Open question

Afzet & omzet 
Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 5 - Slide

Verwacht op 9 november:
Afzet = 77
Verkoopprijs per broodje = 1,80
Bedrijfskosten = 66,50
Inkoopprijs per broodje = 1,35
Bereken de brutowinst

Slide 6 - Open question

Verwachtte brutowinst was = 34,65 euro
Werkelijk resultaat:
Afzet = 74
Verkoopprijs per broodje = 1,80
Bedrijfskosten = 66,50
Inkoopprijs per broodje = 1,35
Bereken het verschil tussen de verwachtte en werkelijke brutowinst

Slide 7 - Open question

Leerdoelen (opg 4.1 t/m 4.14)
  • Je kunt voor- en nadelen benoemen van zelfstandig ondernemer zijn 
  • Je kunt omzet, brutowinst en nettowinst berekenen  

Slide 8 - Slide

Voor- en nadelen 
Welke voor- en nadelen zijn er aan zelfstandig ondernemer ten opzichte van werken als werknemer in loondienst bij een werkgever? 
voordelen
nadelen
alle verdiensten zijn voor jou
je hebt geen vast inkomen
je kunt veel beslissingen nemen
je bent voor alles zelf verantwoordelijk
je bepaalt zelf je werktijden
je maakt vaak lange werkdagen
je moet zelf voorzieningen regelen voor het geval je ziek of arbeidsongeschikt word

Slide 9 - Slide

Het doel van een onderneming
  • Het doel van een onderneming is winst maken. 
  • Simpel gezegd: winst = omzet - kosten 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Omzet / afzet 
  • Omzet is het bedrag in geld wat je ontvangt van de kopers
  • Afzet is het aantal stuks wat je verkocht hebt 

Slide 12 - Slide

Van omzet naar nettowinst
Omzet                                              = verkoopprijs x afzet  
Inkoopwaarde                              = inkoopprijs x afzet
-----------------    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
-----------------     -
Nettowinst                                      (voor belasting)

Slide 13 - Slide

Van omzet naar ....
  Omzet                                              
- .............................                             
= ............................
- .............................     
= .............................                         


Slide 14 - Slide

Van omzet naar ....
  Omzet                                            (= afzet x verkoopprijs)  
- Inkoopwaarde                           (= afzet x inkoopprijs)                
= Brutowinst
- Bedrijfskosten       
= Nettowinst                      


Slide 15 - Slide