Ned_31aug_b1e

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voorstellen docent 

Afspraken in de klas

Invulopdracht (online) (kennismaken leerling)
Studiewijzer bespreken 

Uitleg methodeboek
Invulopdracht (online) (wat lees je graag?)
Uitleg opdracht

Les afsluiten (evalueren en vooruitblikken)
Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Slide

Mevrouw Wattimena


Goed bereikbaar: dinsdag, woensdag & donderdag 


Waar kun je mij een berichtje sturen?
wtt@psg.nl, via teams of via magister

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Materiaal: methodeboek Nieuw Nederlands, leesboek, schrift en pen

Afwezigheid of te laat (huiswerk) noteren in magister

Respect (docent, klasgenoten)

Individueel aan de slag, maar ook samenwerken in tweetallen of aan de slag in groepjes

Mobiele telefoon (Kahoot! en LessonUp)

Bij een online les mag de microfoon uitgezet worden.



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het zijn JOUW antwoorden, je kunt geen fouten maken bij deze opdracht! We bespreken de opdrachten niet klassikaal, alleen de docent zal jouw antwoorden lezen.

Wat lijkt je wel of niet leuk aan het vak Nederlands?
Hoe leer jij graag (alleen, samen etc)



Slide 12 - Slide

Het allerleukste aan het vak Nederlands lijkt mij:
spelling/lezen/schrijven/poëzie/nieuwe woorden leren/………………………………………………………………………………

Slide 13 - Open question

Het minst leuke aan het vak Nederlands lijkt mij:
spelling/lezen/schrijven/poëzie/nieuwe woorden leren/………………………………………………………………………………

Slide 14 - Open question

Mijn vorige juf/meester hielp mij bij taal met (begrijpend lezen, spelling of misschien hoefde hij of zij jou niet te helpen):

Slide 15 - Open question

Ik leer het beste als:
A
de docent veel uitlegt
B
ik veel zelf mag doen
C
ik samen mag werken
D
iets anders

Slide 16 - Quiz

Als ik mij even niet kan concentreren dan helpt dit mij goed:

Slide 17 - Open question

We gaan nu een kijkje nemen in de studiewijzer.

Slide 18 - Slide

Twee lessen Nederlands per week

Slide 19 - Slide

Stillezen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide


Elke tekst gaat ergens over (het onderwerp).
Elke tekst gaat ergens over (onderwerp).


Slide 22 - Slide

Bij oriënterend lezen probeer je ergens achter te komen.
Hoe denk je dat je oriënterend leest om zo achter het onderwerp te komen?
A
Door alles woord voor woord te lezen.
B
Door alleen de titel te lezen.
C
Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de 1e of laatste zin of de 1e of laatste alinea.
D
Door te gokken waar het over gaat.

Slide 23 - Quiz

Kijk mee op bladzijde 12: Zie je het groene stukje tekst? Belangrijke theorie over het hfd.
Kijk vervolgens naar tekst 2.

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.

Je leest de tekst oriënterend. 

Slide 24 - Slide

Startopdracht.
Waar zal deze tekst over gaan?
Lees oriënterend.

Slide 25 - Open question

Wat is het onderwerp van de tekst?
Tip: lees de titel, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst)

Slide 26 - Open question

Waarom kun je niet makkelijk zien wat het onderwerp is in deze tekst?

Slide 27 - Open question

Wat is het onderwerp van de tekst op bladzijde 13? En hoe zie je dat?

Slide 28 - Open question

Lees de tekst helemaal.

Slide 29 - Slide

Maak opdracht 1 af (blz 13)
Ga verder met opdracht 2 en 4 als je klaar bent.
Succes!

Ben je klaar? Goed gedaan! 
Laat je werk zien aan de docent.


    timer
    10:00

    Slide 30 - Slide

    Hoe ging het voorstellen?
    Hoe ging het samen oefenen?
    Wat ging goed?
    Kan er de volgende keer iets beter?

    Slide 31 - Slide

    Wat gaan we morgen doen?
    Lezen (niet alleen uit een leesboek, maar ook bijvoorbeeld uit een krantenartikel)


    Wat moet ik morgen meenemen? 
    Methodeboek Nieuw Nederlands, schrift, pen en je mobiele telefoon.
    Neem ook een leesboek mee om lekker uit te lezen (boek krijg je nog).




    Slide 32 - Slide

    Slide 33 - Slide