Lezen H2 les 2

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lezen hoofdstuk 1-3

Slide 4 - Slide

vorige les
Herhalen:

  • tekstdoelen
  • indeling tekst  

Slide 5 - Slide

Dit zijn tekstdoelen
A
informeren, amuseren, overtuigen, activeren
B
kranten, tv, social media
C
artikelen, moppen, recepten
D
overtuigen, bemoeien, vertellen

Slide 6 - Quiz


Tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 7 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 8 - Quiz


Tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 9 - Quiz

2.3 Lezen
Lesdoel:

  • verwijswoorden
  • signaalwoorden: tegenstelling en voorbeeld

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide


Slide 12 - Open question

Vul het goede verwijswoord dat op de puntjes moet komen te staan in in het antwoordvlak. Plaats na elk verwijswoord een komma.

Merle heeft een glas laten vallen.
...... brak in honderden stukjes.
........ vader baalde van de rommel.
.......vond dat ........ het zelf moest opruimen.

Vul de verwijswoorden in!
verwijswoorden
verwijswoorden

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 18 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo

Slide 19 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeelden?
A
zoals
B
daarna
C
echter
D
zoals

Slide 20 - Quiz

Maken: Hoofdstuk 2 -les 2.3 lezen - t/m opdracht 15 
                                                                       blz. 99
                                                                 
timer
10:00
Klaar? 

  • Versterk Jezelf -   Formuleren -   Verwijswoorden
  • ander huiswerk
  • Cody Cross
  • lezen leesboek

Slide 21 - Slide

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk: les 2.3 t/m opd. 15 afmaken
  • Volgende les: Leestaak 2 - toepassen van de leerstof van hoofdstuk 2

Slide 24 - Slide