Dictee 9 -ch of -cht

Lees Goed
Denk ook aan hoofdletters, leestekens en streepjes
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lees Goed
Denk ook aan hoofdletters, leestekens en streepjes

Slide 1 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
dochters
B
dochders
C
dogters

Slide 2 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
speurtogt
B
speurtochd
C
speurtocht
D
spurtocht

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
nachtegaal
B
nachdegaal
C
nagtegaal
D
nagdechaal

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
gewichtige
B
gewigtigu
C
chwigtige
D
gewigtige

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
rechelregt
B
reggelrechd
C
regolrecht
D
regelrecht

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
dorrzigtig
B
doorzichtig
C
doorzichtich
D
dorzichtig

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
inloggen
B
inlogun
C
inloogen
D
inllogen

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
belageluk
B
belageleik
C
bulagelijk
D
belachelijk

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
pegvogel
B
pechvochel
C
pechvogul
D
pechvogel

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
jiuchen
B
juichen
C
jiugun
D
jiugen

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
ligt
B
lichd
C
liggt
D
licht

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
ligt
B
lichd
C
liggt
D
licht

Slide 13 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
glimlachen
B
glimlache
C
glimlagen
D
glimlage

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
googeltruc
B
goocheltruc
C
goocheltruck

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
meganisch
B
mechanis
C
mechanisch

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
ligameluk
B
lichamelijk
C
lichameluk

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
vogtug
B
vochtig
C
vochtug

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
ogtend
B
ochtent
C
ochtend

Slide 19 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
gerucht
B
gerugt
C
gurucht

Slide 20 - Quiz

Volgende keer...
-ieuw, -eeuw, -uw

Slide 21 - Slide

Welk woord hoort bij de nieuwe regel?
A
kieuw
B
leeuwin
C
gruwelijke
D
huwelijk

Slide 22 - Quiz