Dictee 8 au of ou

Lees Goed
Denk ook aan hoofdletters, leestekens en streepjes
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lees Goed
Denk ook aan hoofdletters, leestekens en streepjes

Slide 1 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
gebauw
B
gebouw
C
bebouw

Slide 2 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
flauwe
B
flouwe
C
flauwuh

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
ougustus
B
augustes
C
augustus

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
blouw
B
blau
C
blauw

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
ijskoud
B
ijskaud
C
eiskoud

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
miouw
B
miauw
C
miau

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
kabauter
B
kaboutur
C
kabouter

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
applaus
B
aplaus
C
applous

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
pouw
B
pauw
C
pow

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
faut
B
foud
C
fout

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
astronout
B
astroonaut
C
astronaut

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
augurk
B
augurruk
C
ougurk

Slide 13 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
pouze
B
pauze
C
pause

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
Moskou
B
moskou
C
moskau

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
oerwoud
B
oerwaud
C
oerwout

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
outomaat
B
autommaat
C
automaat

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
trauwring
B
trouwring
C
trouring

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
goud
B
gaud
C
gout

Slide 19 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
tauwladder
B
touwlader
C
touwladder

Slide 20 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
restaurant
B
restaurand
C
restourant

Slide 21 - Quiz

Volgende week...
cht of ch

Slide 22 - Slide