This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Wat weet je nog van §1 en 2
Huiswerk bespreken
Leerdoelen paragraaf 3
Actualiteit
Instructie paragraaf 3
Aan het werk met paragraaf 3
Evaluatie leerdoelen.
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat is welvaart?
Slide 3 - Open question
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking voor Liberia
Slide 4 - Open question
Maak de zinnen juist. Hoe dichter de Lorenzcurve bij de diagonaal ligt, hoe …(1)… (gelijker / ongelijker) de inkomensverdeling is. De 10% personen met de laagste inkomens verdienen …(2)… (4% / 9% / 20%) van het totale inkomen. De 10% personen met de hoogste inkomens verdienen …(3)… (25% / 75% / 90%) van het totale inkomen.
Slide 5 - Open question
Hieronder is een vicieuze cirkel weergegeven. Zet de kenmerken in de juiste volgorde. Een begrip staat al op de juiste plek.
1. weinig inkomen
2. gezondheidsproblemen
4. ondervoeding
5. te zwak om te kunnen werken
Slide 6 - Drag question
Kenmerken van een ontwikkelingsland zijn onder andere…
A
armoede, slechte gezondheidszorg, warm klimaat
B
economische achterstand op rijke landen en slechte gezondheidszorg
C
armoede, slecht onderwijs en slechte gezondheidszorg
D
veel criminaliteit, hoog geboortecijfer en slechte infrastructuur
Slide 7 - Quiz
Ontwikkelingslanden hebben vaak een monocultuur. Wat is een monocultuur?
Slide 8 - Open question
Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland
A
Analfabetisme
B
Lage lonen
C
Goede voorbehoedsmiddelen
D
Snelle bevolkingsgroei
Slide 9 - Quiz
Wat is de ruilvoet?
A
een verslechtering of verbetering van de handel
B
de verhouding tussen de export- en de importprijs
C
een toename of afname
van de buffervoorraad
D
de verhouding tussen landbouw en industrie
Slide 10 - Quiz
ipad in
de tas
Slide 11 - Slide
Is het gelukt met het huiswerk?
Wat ging goed? Met welke opgave(n) had je moeite?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Leerdoelen:
Waarom noodhulp soms noodzakelijk is.
Welke hulp er nodig is voor groei in een ontwikkelingsland.
Welke mogelijkheden ontwikkelingslanden hebben om geld te lenen.
Hoe ontwikkelingsladen meer zekerheid krijgen over export inkomsten.