Voorzetsels

Voorzetsels
Wat weet jij?
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Voorzetsels
Wat weet jij?

Slide 1 - Slide


Welk voorzetsel ontbreekt?
Hij woont ..... de school

A
in
B
op
C
over
D
naast

Slide 2 - Quiz


Welk voorzetsel ontbreekt?
Ik loop ....... de stoep

A
in
B
naast
C
op
D
onder

Slide 3 - Quiz

Welk voorzetsel ontbreekt?
Het vliegtuig vliegt ....... de lucht
A
over
B
aan
C
in
D
tegenover

Slide 4 - Quiz

Welk voorzetsel ontbreekt?
“Ik speel in de tuin, ... ons huis.”
A
Tussen
B
In
C
Achter
D
Op

Slide 5 - Quiz

Welk voorzetsel ontbreekt?
De lamp hangt ........ de muur
A
voor
B
aan
C
boven
D
onder

Slide 6 - Quiz

Wat is het voorzetsel in deze zin:
“De jongen zit tegenover het meisje.”
A
De jongen
B
zit
C
tegenover
D
het meisje

Slide 7 - Quiz

Welke van deze woorden is GEEN voorzetsel?

A
fiets
B
uit
C
over
D
voor

Slide 8 - Quiz

Noem 4 voorzetsels van plaats en bedenk een passende zin

Slide 9 - Open question

Hoe ging het? Sleep naar de smiley die het beste erbij past.

Slide 10 - Drag question