Nieuwsbegrip Koningsdag

Feest vieren op straat
De Koning en koningin gaan op bezoek 
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NT2-LezenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Feest vieren op straat
De Koning en koningin gaan op bezoek 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Wat is het antwoord?

Slide 5 - Slide

wapperen

Slide 6 - Slide

verjaardag

Slide 7 - Slide

vrijmarkt

Slide 8 - Slide

het optreden

Slide 9 - Slide

gezond

Slide 10 - Slide

de sportdag

Slide 11 - Slide

op bezoek gaan

Slide 12 - Slide

Opdracht 1
 samen lezen 

Slide 13 - Slide

Opdracht 2

Slide 14 - Slide

Opdracht 3

Slide 15 - Slide

Opdracht 4
timer
7:00

Slide 16 - Slide

Klokkijken: hele en halve uren

Slide 17 - Slide

De klok

Slide 18 - Slide

Grote wijzer

Slide 19 - Slide

Kleine wijzer

Slide 20 - Slide

Analoge klok
Digitale klok

Slide 21 - Slide

de nacht
24 uur tot 6 uur

Slide 22 - Slide

de ochtend
6 uur tot 12 uur

Slide 23 - Slide

de middag
12 uur tot 18 uur

Slide 24 - Slide

de avond
18 uur tot 24 uur

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Hoe laat is het?

Slide 29 - Open question

Hoe laat is het?

Slide 30 - Open question

Hoe laat is het?

Slide 31 - Open question

Hoe laat is het?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Hoe laat is het?

Slide 35 - Open question

Hoe laat is het?

Slide 36 - Open question

Hoe laat is het?

Slide 37 - Open question

Hoe laat is het?

Slide 38 - Open question

Hoe laat is het?
A
1400 uur
B
Het is twee uur.
C
Het is 14 uur.
D
Het is 1 en 4 uur.

Slide 39 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is half zes.
B
Het is half zeventien.
C
Het is half vijf.
D
Het is 17 uur en 30 minuten.

Slide 40 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is half twaalf.
B
Het is half twee.
C
Het is half een.
D
Het is 30 minuten na 12.

Slide 41 - Quiz

Hoe laat is het?
A
Het is twaalf uur.
B
Het is geen uur.
C
Het is vier nullen uur
D
Het is nul uur.

Slide 42 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 43 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 44 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 45 - Quiz

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 46 - Quiz