Nieuwsbegrip zomer- en wintertijd
1 / 43
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Video
Hoe laat is het?
Slide 26 - Open question
Hoe laat is het?
Slide 27 - Open question
Hoe laat is het?
Slide 28 - Open question
Hoe laat is het?
Slide 29 - Open question
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Hoe laat is het?
Slide 32 - Open question
Hoe laat is het?
Slide 33 - Open question
Hoe laat is het?
Slide 34 - Open question
Hoe laat is het?
Slide 35 - Open question
Hoe laat is het?
A
1400 uur
B
Het is twee uur.
C
Het is 14 uur.
D
Het is 1 en 4 uur.
Slide 36 - Quiz
Hoe laat is het?
A
Het is half zes.
B
Het is half zeventien.
C
Het is half vijf.
D
Het is 17 uur en 30 minuten.
Slide 37 - Quiz
Hoe laat is het?
A
Het is half twaalf.
B
Het is half twee.
C
Het is half een.
D
Het is 30 minuten na 12.
Slide 38 - Quiz
Hoe laat is het?
A
Het is twaalf uur.
B
Het is geen uur.
C
Het is vier nullen uur
D
Het is nul uur.
Slide 39 - Quiz
Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond
Slide 40 - Quiz
Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond
Slide 41 - Quiz
Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond
Slide 42 - Quiz
Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond
