1.1

Welkom 3e klas
1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
Economie
Mark Barnhoorn
06-09-2024
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 3e klas
1.1 Kun jij kopen wat je wilt?
Economie
Mark Barnhoorn
06-09-2024

Slide 1 - Slide

Programma
- Welkom
- Leerdoelen
-  Theorie + opdrachten
- Aan de slag
- Afsluiter

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
- Kun je het verschil tussen primaire- en secundaire behoefte uitleggen
- Kun je vertellen wat schaarste inhoudt
- Wat welvaart is en hoe je welvaart kan toenemen
- Hoe je met een percentage een getal kunt uitrekenen

Slide 3 - Slide

Kennismaken
Balletje krijgen = vraagstellen

Regel: Ik pass/gooi naar een van jullie een balletje om vragen aan mij te stellen. Na een vraag gooi je het balletje terug naar mij. 


Slide 4 - Slide

Behoefte
Behoefte= Iemand die graag iets wilt of wat je nodig hebt.

Primaire behoefte                                      secundaire behoefte
basisbehoeften                                              overigebehoeften

Slide 5 - Slide

Schaarste
Als er middelen nodig zijn om een product te maken, spreek je van een schaars product. 

Hoe schaarster,
hoe duurder!



Slide 6 - Slide

Vrije goederen
Goederen waarbij je zomaar over kan beschikken.

Slide 7 - Slide

Welvaart
= Mate waarin je in je behoefte kunt voorzien. 
Als inkomen stijgt, stijgt je welvaart. ( Je kan meer kopen)

Prioriteitenstellen omdat je niet (altijd) je behoefte kan vervullen
- Tijd en geld belangrijke factor 

Slide 8 - Slide

Zelfvoorziening
Door zelf iets te doen/ te maken, vervul je je behoefte zonder iets te kopen.


Slide 9 - Slide

Even aan de slag
Opdrachten 2 t/m 11

Tijd: 10 minuten
Hulp: blauwe stukjes tekst, ik loop rond 
Zelfstandig aan de slag
Na 10 min gaan we kijken naar rekenen
Eerder klaar? check de rekenopdrachten ( 12 t/m 14)

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Rekenen
Je gaat veel te maken krijgen met procentsommen

1 van deze procentensom is = Met procenten een getal uitrekenen

Te berekenen getal = percentage : 100 X totaal

Slide 11 - Slide

Rekenen
Met procenten een getal berekenen. 
Zoals: bereken 15% van 300 euro.
Hoe bereken je het uit?! 

Stap 1: Bereken eerst 1% van 300 euro ( 300:100= 3 euro)
Stap 2: Vermenigvuldig het gevraagde percentage 
3 euro X 15 ( gewoon in getallen) = 45 euro

Slide 12 - Slide

Voorbeeld uitgewerkt
%
100
1
15
300
3
45
: 100                          X15
Oftewel= 300 : 100 X 15 = 45,- 

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Voor de volgende les af maken:
Opdrachten 2 t/m 14 

Afsluiter laatste 5 minuten

Slide 14 - Slide

afsluiter
Wat is het grootste verschil tussen primaire- en secundaire goederen?

Wat betekent schaarste?

Wat is welvaart? 
Hoe neemt welvaart toe of af?

Slide 15 - Slide