4GL unit 1 lesson 4

grammar unit 1 lesson 4 
past simple - past continuous 
if-sentences 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

grammar unit 1 lesson 4 
past simple - past continuous 
if-sentences 

Slide 1 - Slide

Past simple- past continuous

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Past simple
Past continuous
was watching
thought
were sleeping
was running
were 
was thinking
cancelled

Slide 5 - Drag question

Maak past continuous of past simple:
We ..... on holiday to China last year. (go)

Slide 6 - Open question

Maak past continuous of past simple:
I ..... TV when the bell rang. (watch)

Slide 7 - Open question

Maak past continuous of past simple:
It was raining when I ............ (hear) the thunder.

Slide 8 - Open question

Past Simple or Past Continuous
The internet ___ (not exist) in 1980.

Slide 9 - Open question

Maak past continuous of past simple:
A dog ..... a man from drowning last month. (rescue)

Slide 10 - Open question

Maak past continuous of past simple::
Jack ........... (smoke) a cigarette when the headmaster ............. (see) him.

Slide 11 - Open question

Maak past continuous of past simple:
I .................. (walk) the dog when the accident ...... (happen)

Slide 12 - Open question

Wanneer gebruiken we deze 'if-zinnen'? 
- Wordt gebruikt als het niet waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren
- Wanneer het om niet alledaagse situaties gaat

(We noemen 'if-sentences' over onwaarschijnlijke situaties ook wel de 'second conditional'). 

If I won a lot of money, I would buy a big house in the country.

Slide 13 - Slide

If-sentences
Bestaan uit 2 delen:
- Bijzin met voorwaarde (begint met if)
- Hoofdzin met gevolg

Dus bijvoorbeeld:
Als ik een miljoen win, koop  ik een huis.
If I win a million, I will buy a house. 

Slide 14 - Slide

First conditional

If- clause = present simple

hoofdzin = Will + infinitive


Als het aan de voorwaarde voldoet, is de kans groot dat het gaat gebeuren.


If the weather is cold tomorrow, we will stay inside.

Slide 15 - Slide

unit 1 lesson 4 
maken opd.  22 en 23
blz 20 wb B

Slide 16 - Slide