H3 - P1 - week 8 - les 2 - afronden lesstof en literatuuropdracht

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Slide

- Welkom
- Stillezen 
- Afronden literatuuropdacht. 

Doel:
- Je schrijft werkwoorden in de tegenwoordige tijd juist
- Je spelt Engelse werkwoorden juist
- Je beschrijft wat voor theorieën er bestaan over humor 
- Je benoemt wat spot is.


Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
15:00
Leg je huiswerk (H1) open op tafel neer. 

Lees in je boek, of werk aan je opdracht.

Slide 3 - Slide

Bespreken huiswerk 

Slide 4 - Slide

Bespreken huiswerk 

Slide 5 - Slide

Bespreken huiswerk 

Slide 6 - Slide

Bespreken huiswerk 

Slide 7 - Slide

Bespreken huiswerk 

Slide 8 - Slide

Wanneer kan een werkwoord met DT geschreven worden (en ook alleen dan)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Humor, wat is dat?

Slide 11 - Mind map

Superioriteitstheorie:

Incongruentietheorie:

Ontladingstheorie
Humor

Slide 12 - Slide

Superioriteitstheorie:
Als je je superieur aan iemand voelt, dan voel je je beter dan iemand anders.
Een grap over iemand anders' domheid kan je een beter gevoel geven over jezelf. (Belgengrappen)

Incongruentietheorie:
Incongruentie betekent dat iets niet samenvalt, dat iets niet klopt.
Dus als er iets gebeurt dat je totaal niet verwacht, kan dat heel grappig zijn.

Ontladingstheorie:
Soms moet de spanning eraf, dat kan door een grap te maken (of door ongemakkelijk te gaan lachen). 
Humor

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Kritiek, maar dan grappig (bedoeld). 

Ironie:
Milde vorm, je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoeld
(Goh, wat hebben jullie vorige week lekker veel aan Nieuwsbegrip gedaan)

Goed te horen aan de toon waarop iets gezegd wordt, maar niet als je iets schrijft. (hier gaat het op bijv. whatsapp vaak fout) 


Spot

Slide 15 - Slide

Kritiek, maar dan grappig (bedoeld). 

Sarcasme
Bijtende spot, bedoeld om te kwetsen.

Dezelfde zin als bij Ironie (Goh, wat hebben jullie vorige week lekker veel aan Nieuwsbegrip gedaan) , kan een compleet andere betekenis krijgen. 

Vrolijke, aardige toon = ironie
Boze toon = sarcasme

Spot

Slide 16 - Slide

Kritiek, maar dan grappig (bedoeld). 

Cynisme
Neerbuigende houding op mensen en de wereld om je heen.
- vaak heb je al te veel fout zien gaan (op een bepaald vlak) om nog in 'het goede' te geloven.

- ' Ik hoef niet kort te douchen hoor, de wereld is toch al teveel kapot om gered te worden.' 

Spot

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wat ga je doen:  
- Werk aan je literatuuropdracht
- Maak de les Nieuwsbegrip van deze week
- Leer voor de toetsweek

Hoe: werk voor jezelf en werk netjes.

Aan de slag

Slide 19 - Slide

Noem één ding dat je geleerd hebt tijdens deze les

Slide 20 - Open question