herhaling beeldspraak en leesvaardigheid

WELKOM

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM

Slide 1 - Slide

Vandaag
Korte herhaling beeldspraak
Uit het nieuws
Leesvaardigheid, signaalwoorden en verbanden
Afsluiting

Doel: Je herkent de verbanden tegenstelling, opsomming en voorbeeld en je kan daar signaalwoorden bij benoemen.

Vandaag
Als je op het icoontje hierboven klikt krijg je uitleg.

Slide 2 - Slide

Wat is een personificatie?

Slide 3 - Mind map

Beeldspraak
Vergelijking 
object en beeld
Je kamer ziet eruit als een zwijnestal.
Metafoor
beeld vervangt object: 
Die zwijnestal moet je eens opruimen.
Personificatie
Persoonlijke eigenschap toewijzen aan een ding of dier.  
De bomen fluisteren zachtjes haar naam.
Personificatie
Vergelijking
Metafoor

Slide 4 - Slide

De zon kwam vrolijk achter de wolken tevoorschijn.
Uitleg
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 5 - Quiz

"Kijk die Machteld toch eens: het lelijke eendje is een zwaan geworden!"
Uitleg
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 6 - Quiz

Die jongen ziet zo scheel als een otter.
Uitleg
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 7 - Quiz

Uit het nieuws
Voor de leerlingen thuis: klik op de link en lees de tekst.

Slide 8 - Slide

Opdracht bij het artikel
Noteer de betekenis van de volgende woorden, als je het woord niet kent, zoek je het op.

fraude, van leer trekken, de rede, klaagzang, ondermijnend, manipulatie, aantijgingen, doorgestoken kaart

Slide 9 - Slide

fraude
klaagzang
de rede
doorgestoken kaart
Bedrog
Toespraak
Afgesproken bedrog
Langdurig mopperen

Slide 10 - Drag question

Wat is het onderwerp van deze tekst?
Uitleg

Slide 11 - Open question

"Dit is misschien wel de belangrijkste toespraak die ik ooit heb gehouden." Met die woorden richtte de Amerikaanse president Trump zich via socialemediakanalen tot het volk om 46 minuten lang onbewezen klachten over stembusfraude te herhalen.
Waarnaar verwijzen "die woorden" (2e zin).
A
..onbewezen klachten over stembusfraude..
B
"Dit is .... gehouden." (eerste zin)

Slide 12 - Quiz

Trump trok zonder bewijzen te leveren wederom van leer tegen het gebruik van poststemmen en stemmachines en viel rechters en media aan omdat ze hem geen gelijk geven. Ook beklaagde hij zich over de lengte van het stemproces, dat vanwege de coronacrisis anders was dan voorgaande jaren. "Ook" geeft een tegenstelling/opsomming/voorbeeld aan.
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld

Slide 13 - Quiz

Verbanden
Zinnen en alinea's hebben met elkaar te maken. Ze hebben een verband met elkaar. Signaalwoorden geven deze verbanden aan.
Uitleg verbanden en signaalwoorden

Slide 14 - Slide

Opsommend verband
Signaalwoorden bij dit verband zijn:
en, ook, tevens, verder, daarnaast etc. 
Opsommend verband

Slide 15 - Slide

Tegenstellend verband
Signaalwoorden: maar, echter, toch, niettemin, desondanks, daarentegen, enerzijds, anderzijds, integendeel etc.
Tegenstellend verband

Slide 16 - Slide

Verband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, ter illustratie, dat wil zeggen, zoals, onder andere.
Voorbeeld

Slide 17 - Slide

Opdracht
Zoek in de gelezen tekst zoveel mogelijk signaalwoorden en benoem daar de verbanden bij. Let alleen op de verbanden en signaalwoorden die we zojuist behandeld hebben.
timer
3:00

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Ga verder met de oefenmap Tekstverbanden.

Slide 19 - Slide

Noem een verband met een signaalwoord.

Slide 20 - Mind map

Fijn weekeinde!

Slide 21 - Slide