3H6 - par. 4.6 (1)

1 / 35
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat krijgt een pasgeboren baby als eerste te horen?
A
zijn naam
B
een gebed
C
de geloofsbelijdenis
D
een lied

Slide 5 - Quiz

Als een jongetje is besneden dan wordt hij beschouwd als
A
volwassen
B
zelf verantwoordelijk om de wetgeving te handhaven
C
geslaagd
D
echte moslim

Slide 6 - Quiz

Welke bewering bij een huwelijk bij moslims is niet juist?
A
De huwelijksplechtigheid wordt altijd geleid door een imam.
B
Er moeten altijd 2 volwassen mannelijke getuigen zijn.
C
De bruidegom moet een bruidsgift aan de vader van de bruid geven.
D
scheiden is toegestaan, maar liever niet

Slide 7 - Quiz

Binnen hoeveel tijd moet een begrafenis plaatsvinden in islamitische landen.
A
24 uur
B
48 uur
C
3 dagen
D
7 dagen

Slide 8 - Quiz

Waarom zijn niet alle graven in Nederland geschikt voor moslims?
A
Ze moeten worden begraven met hun voeten richting Mekka.
B
De grond is soms onrein.
C
Ze moeten worden begraven met hun hoofd richting Mekka.
D
De graven worden na zoveel jaar geruimd

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

5 zuilen van de Islam

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wat is een ander woord voor de islamitische geloofsbelijdenis?
A
salat
B
shahada
C
ramadan
D
zakaat

Slide 17 - Quiz

Wanneer ben je officieel een moslim?
A
Als je bij je geboorte de geloofsbelijdenis krijgt ingefluisterd
B
Als je de geloofsbelijdenis zegt voor twee getuigen
C
Als je naar de moskee gaat
D
Als je dat in je hart besloten hebt

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

De 2e zuil, de 'salaat'. Wat betekent 'salaat'?
A
Overgave
B
Bidden
C
Oproepen
D
Praten

Slide 21 - Quiz

Man die in de moskee voorgaat in het gebed
A
Imam
B
Salaat
C
Azaan

Slide 22 - Quiz

De ...1... wordt ...2... per dag richting ...3... gedaan.
A
1. Hadj 2. 5 keer 3. Mekka
B
1. Salat 2. 3 keer 3. Mekka
C
1. Salat 2. 5 keer 3. Mekka
D
1. Hadj 2. 3 keer 3. Medina

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

6

Slide 25 - Video

00:25
Wat zou de woedoe zijn?
A
Het voorbereidend gebed
B
De rituele wassing voor het gebed
C
Het klaarleggen van je gebedskleed
D
Het aantrekken van de juiste kleding

Slide 26 - Quiz

01:08
Naar welke plaats moeten moslims met hun gezicht staan om in de juiste richting te bidden?
A
Jeruzalem
B
Medina
C
Mekka
D
Yathrib

Slide 27 - Quiz

01:43
Wie doet in de moskee de oproep tot gebed?
A
de imam
B
de muezzin
C
de minaret
D
de mitrab

Slide 28 - Quiz

02:23
Allahoe Akbar betekent
A
God is machtig
B
God is strijder
C
God is eerbied
D
God is groot

Slide 29 - Quiz

03:15
Wat is een soera?
A
Een uitspraak van Mohammed
B
Een verhaal over Mohammed
C
Een hoofdstuk uit de Koran
D
Een vers uit de Koran

Slide 30 - Quiz

05:06
Wat wordt bedoeld met Qiblah?
A
De nis in de muur van de moskee
B
de Kaäba in Mekka
C
Het oosten

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Een geloofsbelijdenis betekent dat...
A
Je aan mensen openbaar vertelt dat je gelooft
B
je je leven toevertrouwt aan God
C
je je nu ook gaat kleden zoals God dat wilt
D
je aangeeft nooit te willen geloven

Slide 34 - Quiz

Wat is niet waar?
A
Moslims reinigen zich voordat ze gaan bidden
B
Moslims buigen tijdens het bidden uit eerbied voor Allah
C
Moslims bidden 5 keer per dag
D
Moslims moeten op bepaalde tijden bidden en kunnen dit niet inhalen

Slide 35 - Quiz