signaalwoorden 4GT - item 56-85

Examenidioom
Woorden uit Examenreader GT item 56-85
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examenidioom
Woorden uit Examenreader GT item 56-85

Slide 1 - Slide

Woorden Duits- Nederlands
Vertaal bij de volgende opdrachten de gevraagde Duitse examenwoorden!
Succes

Slide 2 - Slide

Was steht im ersten Absatz?
Absatz =
A
regel
B
zin
C
alinea
D
tekst

Slide 3 - Quiz

Was meint der Verfasser damit?
der Verfasser =
A
de schrijver
B
de tekst
C
de vraag
D
a,b,c zijn allemaal fout

Slide 4 - Quiz

Was kann aus diesen Sätzen schliessen?
schliessen aus =
A
betekenen
B
motiveren
C
kloppen
D
concluderen

Slide 5 - Quiz

Stimmt diese Aussage?
stimmen =

A
gebruiken
B
blijken
C
kloppen
D
benadrukken

Slide 6 - Quiz

sich beziehen auf =

Slide 7 - Open question

zutreffen =

Slide 8 - Open question

die Erläuterung =

Slide 9 - Open question

Wat doe je als eerste, voordat je een tekst gaat lezen?

Slide 10 - Open question

ik ken de woorden 56 t/m 85 uit de examenreader
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll