Evaluatie Zelfwerkzaamheid

Evaluatie Zelfstandig werken
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Evaluatie Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Doelstellingen les
Leerling weet waaruit blijkt dat het vak serieus genomen wordt 
Leerling heeft inzicht in eigen planvaardigheden en de uitvoering ervan
Leerling weet dat niet alleen het inleveren van de feedback telt, maar juist ook de kwaliteit ervan.
Leerling weet hoe de kwaliteit verbeterd kan worden.
Leerling weet dat hij verplicht wordt kwalitatief uitstekende feedback in te leveren op een extra moment in de week ==> ML leerlingen tijdens het vragenuurtje. MW/ML volgens afspraak
Leerling kan het werkgeheugen beter gebruiken.

Slide 2 - Slide

H4A - ML -33 ll
Ingeleverde feedback: 9 leerlingen
Deels ingeleverde feedback: 8 leerlingen
Feedback niet ingeleverd: 16 leerlingen

Slide 3 - Slide

H4B - ML - 31 ll
Ingeleverde feedback: 8 leerlingen
Deels ingeleverde feedback: 5 leerlingen
Feedback niet ingeleverd: 18 leerlingen

Slide 4 - Slide

H4MW1- 29 ll
Ingeleverde feedback: 7 leerlingen
Deels ingeleverde feedback: 10  leerlingen
Feedback niet ingeleverd: 12 leerlingen

Slide 5 - Slide

H4MW2 - 26 ll
Ingeleverde feedback: 12 leerlingen
Deels ingeleverde feedback: 7 leerlingen
Feedback niet ingeleverd: 7 leerlingen

Slide 6 - Slide

H4MW3 - 27 ll
Ingeleverde feedback: 7 leerlingen
Deels ingeleverde feedback: 13 leerlingen
Feedback niet ingeleverd: 7 leerlingen

Slide 7 - Slide

Welke voorspellingen (hypotheses) voor de cijfers van toetsweek 1 kun je op basis van deze gegevens doen?

Slide 8 - Open question

Hoe gaan leerlingen om met Zelfwerkzaamheid

Slide 9 - Mind map

Wat kan helpen om zelfstandig aan het werk te gaan.

Slide 10 - Mind map

Voorbeeld feedback 1
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
     1. Het verschil tussen belangen en waarden
dat nederland super streng is in boetes (lessonup)
X
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
X
X
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
ik ben een beetje slecht in het inschatten wanneer iets een belang is en iets

Slide 11 - Slide

Dit is een kwalitatief goede feedback.
A
Dat klopt, dat kan ik uitleggen
B
Dat klopt niet, dat kan ik uitleggen

Slide 12 - Quiz

Voorbeeld feedback
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
1. Ik weet wat belangen zijn en kan er voorbeelden bij noemen. Belangen zijn dingen die je nodig hebt om je gelukkig te voelen, zoals geld en vrije tijd.
2. Ik weet nu wat waarden zijn. Dingen waar je zelf vaak niet altijd beter van wordt maar de wereld wel.
3. Ik weet wat een dilemma is. Een dilemma zijn twee verschillende wensen die niet samen kunnen. Dus moet je keuzes maken.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
1. Hoe je duidelijk het verschil kunt zien tussen een waarde en een belang. Dat kan soms nog wel eens verschillen van mening.
2. Hoe de overheid omgaat met de verschillende dilemma’s in ons land om het volk tevreden te houden.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
1. Ik heb over deze paragraaf geen vragen.

Overige opmerkingen/vragen voor je docent.
Geen. 

Slide 13 - Slide

Dit is een kwalitatief goede feedback.
A
Dat klopt, dat kan ik uitleggen
B
Dat klopt niet, dat kan ik uitleggen

Slide 14 - Quiz

Een leerling die weinig of geen feedbacks heeft ingestuurd (ook niet via mail) neemt de eigen inzet voor het vak niet serieus.
A
Ja dat klopt, ik kan dat ook uitleggen.
B
Nee dat klopt niet, ik kan dat uitleggen.

Slide 15 - Quiz

Een leerling die feitelijk alleen de doelstellingen herhaalt, laat niet zien dat hij de stof beheerst.
A
Dat klopt, ik kan dat uitleggen
B
Dat klopt niet, ik kan dat uitleggen.

Slide 16 - Quiz

Kun je leren het nog beter te doen dan dit?
A
Ja dat kan
B
Nee dat kan niet
C
Geen idee
D
Ik wil dat iig proberen!

Slide 17 - Quiz

Uitleg werkgeheugen
Uit je hoofd

Gebruiken bij een opdracht/ zonder problemen beschikbare kennis.


Slide 18 - Slide

Plannen

Slide 19 - Mind map

Je werkwijzer in It's learning is je planning.
A
Dat klopt, dat kan ik uitleggen.
B
Dat klopt niet, dat kan ik uitleggen.

Slide 20 - Quiz

Je planning is een agenda afgestemd op jouw eigen situatie waarin je alle info uit de werkwijzers van It's learning overneemt.
A
Ja dat klopt, dat kan ik uitleggen.
B
Nee dat klopt niet, dat kan ik uitleggen.

Slide 21 - Quiz

Het is jouw verantwoordelijkheid een planning te maken die bij je past waarin je de leerdoelen ook haalt.
A
Ja dat klopt, ik kan dat uitleggen
B
Ja dat klopt, maar daar heb ik hulp bij nodig.
C
Nee dat klopt niet, ik kan dat uitleggen
D
Ik kan wel plannen, maar ik voer het niet uit, ik heb daar hulp bij nodig.

Slide 22 - Quiz