Middelpuntzoekende kracht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Middelpuntzoekende kracht

Cirkelbaan

Voorwerpen in een cirkelbaan hebben een baansnelheid en omlooptijd.

v​baan​​=​T​​2πr​​

Welke uitspraak is waar?

v​baan​​=​T​​2πr​​

1. Hoe kleiner T, hoe groter de baansnelheid
2. Hoe groter T, hoe groter de baansnelheid

Cirkelbaan en krachten

Voor voorwerpen in rust of in beweging gelden de eerste twee wetten van Newton. Wat betekent dat ook alweer?

Cirkelbaan en krachten

Voor voorwerpen in rust of in beweging gelden de eerste twee wetten van Newton. 

1. Voorwerpen met een constante snelheid blijven met die snelheid bewegen, tenzij er een netto kracht op werkt.
2. Als er een netto kracht werkt, verandert het voorwerp van snelheid of van richting.

Cirkelbaan en krachten

Voorwerpen in een cirkelbaan veranderen constant van richting. 

De kracht die hiervoor zorgt heet de middelpuntzoekende kracht.

F​mpz​​=​r​​mv​2​​​​

Welke uitspraak is waar?
De middelpuntzoekende kracht
neemt

F​mpz​​=​r​​mv​2​​​​

1. toe als de snelheid afneemt
2. toe als de snelheid toeneemt
3. toe als de straal toeneemt
4. af als de straal afneemt

Voorbeelden

Wat levert hier de middelpuntzoekende kracht?

Voorbeelden

Wat levert hier de middelpuntzoekende kracht?

Voorbeelden

Wat levert hier de middelpuntzoekende kracht?

Voorbeelden

Wat levert hier de middelpuntzoekende kracht?

Fmpz stopt

Wat gebeurt er met een voorwerp als de kracht die voor de middelpuntzoekende kracht zorgt stopt?

Fmpz stopt

Voorbeeld:

Een kogelslingeraar zwaait een kogel een paar keer rond en laat hem vervolgens los in punt P. Wat wordt de baan van de kogel?

1. A
2. B
3. C
4. E

Fmpz stopt

Wat gebeurt er met een voorwerp als de kracht die voor de middelpuntzoekende kracht zorgt stopt?

Het vliegt door in de richting waarin hij zou bewegen zonder de kracht: raaklijn aan de cirkel

Middelpuntzoekende kracht

Bekijk de video en

beantwoord daarna de vragen.

Zelf aan de slag

Opdrachten 7, 9, 10, 11, 13