1. Je kunt de werking van spieren beschrijven.
2. Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
3. Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
4. Je kunt een reflexboog beschrijven.
5. Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.