Thema 5 Gaswisseling en uitscheiding B1 Gaswisseling

Thema 12

Gaswisseling en uitscheiding


Oriëntatie 
+
B1
Gaswisseling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 12

Gaswisseling en uitscheiding


Oriëntatie 
+
B1
Gaswisseling

Slide 1 - Slide

Lesprogramma Oriëntatie
  • Lesstarter Thema 1 (5 minuten)
  • Leerdoelen Oriëntatie (2 minuten)
  • Oriëntatie 'Een duik in het diepe' lezen (5 minuten)
  • Opdracht 1 t/m 5 maken + nakijken (max. 10 minuten)
  • Voorkennisfilmpje doornemen (10 minuten)
  • Lesafsluiter: zelfstandig voorkennistoets maken (5 minuten)


Laat LessonUp openstaan!

Slide 2 - Slide

Leerdoelen Oriëntatie
1 Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.

2 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

3 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

4 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

5 Je kunt uitleggen hoe regelkringen een rol spelen bij het handhaven van de homeostase bij de mens.

Slide 3 - Slide

Oriëntatie
  • Oriëntatie 'Snellere stofwisseling' doorlezen


    • Individueel of in duo's de bijbehorende opdrachten digitaal maken


Klaar?
  • Neem het voorkennisfilmpje door 

  • Maak nu individueel de voorkennistoets digitaal
en sluit deze les daarmee af...



timer
10:00
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Lesprogramma Les 2
  • Leerdoelen B1 Gaswisseling (2 minuten)
  • Uitleg B1 Ademhalingstelsel
  • Zelfstandig opdracht 1 t/m 12 maken
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste
  • Lesafsluiter B1 (5 minuten)

Eerder klaar?
 
  • Neem context Leefwereld 'Post-covid' en maak de bijbehorende opdrachten 13 t/m 15

Slide 5 - Slide

Leerdoel B1

12.1.1 Je kunt van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken noemen.

12.1.2 Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu min of meer constant wordt gehouden door de longen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Uitscheiding
Uitscheiding: 
  • Bij stofwisselingsprocessen ontstaan afvalstoffen
  • Proces van afvoeren van afvalstoffen noem je uitscheiding
  • Organen voor uitscheiding zijn longen, huid, nieren en lever.
  • Kwijtraken van afvalstoffen via ontlasting noem je geen uitscheiding
Ademhalingsstelsel

Slide 8 - Slide

Neusslijmvlies
  • neusharen grote ingeademde stofdeeltjes tegenhouden.
  • slijmvlies in de neus kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers opvangt.
  • het slijm de binnenstromende lucht vochtig maakt.
  • het bloed in de bloedvaten in het neusslijmvlies de lucht verwarmt.
  • zintuigcellen in het reukzintuig in de neus de binnenstromende lucht keuren op ‘vreemde geurtjes’.

Slide 9 - Slide

Keelholte en luchtpijp
  • Huig sluit neusholte af
  • Strotklepje sluit luchtpijp af 
  • Luchtpijp verbindt keelholte met longen
  • Vertakt zich in 2 bronchiën 
  • Wand bevat hoefijzervorimge kraakbeenringen, zodat luchtpijp open blijft 
  • Bronchiën vertakken zich in kleinere zijtakjes: bronchiolen
  • Bronchiolen  kunnen vernauwen of verwijden door spierweefsel
  • Adrenaline zorgt voor verwijding

Slide 10 - Slide

Longblaasje met longhaarvat
BiNaS 83A

Slide 11 - Slide

Maak opdracht 1 t/m 5

Slide 12 - Slide

Aanvoer van zuurstof
  • Homeostase wordt verstoord door afname van O2-concentratie en toename CO2-concentratie
  • Diffusie van zuurstof en koolstofdioxide veroorzaakt door concentratieverschil 
  • CO2 opgelost in bloedplasma
  • zuurstofconcentratie (zuurstofdruk (pO2)) en koolstofdioxideconcentratie (koolstofdioxidedruk (pCO2)): aandeel moleculen in een vloeistof
  • verschil in concentraties gehandhaafd door verversing lucht
  • Geen verschil in stikstofconcentratie tussen de lucht en bloedplasma

Slide 13 - Slide

Transport van zuurstof
  • Hemoglobine: vier heemgroepen met ijzeratoom
  • Als zuurstof bindt aan ijzer vormt het oxyhemoglobine
  • Hb + O2 ↔ HbO2
  • Hb maximale hoeveelheid zuurstof gebonden: verzadigd
  • Hoge zuurstofspanning: bindt zuurstof (reactie naar rechts)
  • Lage zuurstofspanning: zuurstof laat los (reactie naar links)

Slide 14 - Slide

Verzadigingscurve

Slide 15 - Slide

Via welke stof kunnen zuurstofmoleculen diffunderen naar de cellen?
A
Bloedplasma
B
Weefselvloeistof
C
Lymfe

Slide 16 - Quiz

Transport van koolstofdioxide
23%
70%

Slide 17 - Slide

Transport CO2
  • In organen diffusie van CO2 naar bloed in haarvaten
  • Longhaarvaten opgeloste CO2 diffundeert vanuit bloedplasma naar vocht van longblaasjes
  • Aan hemoglobine gebonden CO2 en H+ komt vrij en diffundeert ook
  • Longen reguleren uitscheiding CO2 door aanpassing diepte en snelheid van de ademhaling

Slide 18 - Slide

Invloed van de pH
  • pH bloed heeft invloed op ligging van evenwicht: Hb + O2 ↔ HbO2
  • pH van het bloed wordt beïnvloed door CO2-concentratie
  • Bij weefsel met cellen in rust is de pCO2 ongeveer 2,7kPa en pH bloed in haarvaten ongeveer 7,4
  • In actief weefsel door dissimilatie veel CO2 en dus pCO2 hoger (tot 11kPa).
  • Deze CO2 wordt opgenomen in bloed haarvaten en vormt samen met water H2CO3 dat uiteenvalt in H+ en HCO3-
  • Door toename van H+-ionen daalt de pH en verschuift evenwicht naar links: er komen meer zuurstofmoleculen vrij
  • Ook bij hogere lichaamstemperatuur verschuift evenwicht naar links

Slide 19 - Slide

Huiswerk
  • Maak opdracht 4 t/m 9

  • Oefen de Flitskaarten en controleer de leerdoelen 
van B1 met de Test Jezelf

Klaar?
  • Neem de Context 'Zeeotter blijft warm door 'lek' ' door en 
maak opdracht 10 en 11

Slide 20 - Slide

Lesafsluiter B1

12.1.1 Je kunt van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken noemen.

12.1.2 Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu min of meer constant wordt gehouden door de longen.



Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video