LES 6 - BS4 Cellen

P1HC
VOORIN





ACHTERIN
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

P1HC
VOORIN





ACHTERIN

Slide 1 - Slide

P1HD

Slide 2 - Slide

START 
Pak je plenda & biologieboeken erbij

Slide 3 - Slide

PLENDA: HUISWERK P1HC
Dinsdag 26 nov: 
Maak BS 3: Opdr. 3, 4, 9, 10
Donderdag 28 nov: 
Maak BS 4: Opdr. 1, 3, 4, 5, 6, 8 
Donderdag 5 dec: 
BS 5: 1bcd, 2, 3, 4, 5 & BS 6: Opdr 2, 3, 4
Donderdag 12 december: 
PW TH2. 

Slide 4 - Slide

PLENDA: HUISWERK P1HD
Dinsdag 26 nov:
Maak BS 3: Opdr. 3, 4, 9, 10
Donderdag 28 nov:
Maak BS 4: Opdr. 1, 3, 4, 5, 6, 8
Vrijdag 6 dec:
BS 5: 1bcd, 2, 3, 4, 5 & BS 6: Opdr 2, 3, 4
Vrijdag 13 december:
PW TH2. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

MICROSCOPIE. Zie je cellen en/of weefsels?

Slide 9 - Slide

LEERDOELEN. Ik kan ...
6. de bouw van dierlijke en plantaardige cellen beschrijven
6.1 kan benoemen en uitleggen wat (cel)organellen zijn
6.2 kan acht organellen en hun functies benoemen, uitleggen en afleiden, één organel in twee onderdelen opsplitsen
6.3 kan aangeven welke organellen in plantaardige en welke in dierlijke cellen voorkomen
6.4 kan aangeven welke organellen wel en welke niet met een lichtmicroscoop te zien zijn
6.5 kan drie verschillende plastiden benoemen en hun functie benoemen, uitleggen en afleiden.

Slide 10 - Slide

SCHRIJF MEE OP JE HANDOUT!
MOLECUUL
ORGANEL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL

Slide 11 - Slide

BS4 CELLEN 
Cellen zijn de bouwstenen van organismen. 
Celorganellen zijn delen van de cel met een eigen functie. 
MOLECUUL
ORGANEL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL

Slide 12 - Slide

1. CELMEMBRAAN
= een dun vlies dat de inhoud van de cel
scheidt van de omgeving. 

Transport door het celmembraan:
Zuurstof kan er zo doorheen, 
andere stoffen zoals glucose niet
MOLECUUL
ORGANEL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL

Slide 13 - Slide

2. CYTOPLASMA
= een dikke vloeistof met water, opgeloste stoffen en zwevende deeltjes. 
Welk deel is het cytoplasma?
MOLECUUL
ORGANEL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL

Slide 14 - Slide

3. CELKERN
= het regelcentrum van de cel, stuurt de cel aan. 
Bevat kernplasma met daaromheen een kernmembraan. 


MOLECUUL
ORGANEL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL

Slide 15 - Slide

4. PLASTIDEN
= korrels in plantencellen met een speciale functie. 
Welke plastide zijn we al tegen gekomen bij de fotosynthese?

MOLECUUL
ORGANEL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL

Slide 16 - Slide

4. PLASTIDEN
= korrels in plantencellen met een speciale functie. 

Plastiden kunnen overgaan van het ene naar het andere type! 
MOLECUUL
ORGANEL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL

Slide 17 - Slide

5. VACUOLE 
= blaasje gevuld met water en opgeloste stoffen. 

Functies: 
  • Opslag van stoffen 
  • Stevigheid geven aan de cel
MOLECUUL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL
ORGANEL

Slide 18 - Slide

6. CELWAND
= stevig laagje om de cel heen, geeft de plant stevigheid.

LET OP: alle stoffen kunnen 
door de celwand heen! Dit 
is een belangrijk verschil met 
het celmembraan! 
MOLECUUL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL
ORGANEL

Slide 19 - Slide

VERBANDEN LEGGEN!
1. Denk je dat water door het celmembraan kan? Waarom wel/niet?
2. Welk celorganel is eigenlijk de tussencelstof van plantencellen? 
Leg je antwoord uit! 
3. Kun je nog een ander voorbeeld bedenken waarbij plastiden overgaan
van het ene naar het andere type?
4. We hebben geleerd dat kruidachtige planten slap gaan hangen als ze 
te weinig water krijgen. Door welk celorganel komt dit? (Welk celorganel
krijgt dan te weinig water?) 
MOLECUUL
ORGANEL
CEL
WEEFSEL
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL

Slide 20 - Slide