H4 theorie ingezonden brief

Leerjaar 4 Ingezonden brief
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerjaar 4 Ingezonden brief

Slide 1 - Slide

Doelen
  • leerling kan adequaat reageren op een nieuwsfeit of artikel.
  • leerling kan hierbij een standpunt ondersteunen met relevante argumenten.
  • leerling kan de tekst aanpassen aan het publiek.
  • leerling kan zorgen voor variatie in woordgebruik.

Slide 2 - Slide

Ingezonden brieven
voorbeelden

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Ingezonden brief
  • Bestaat uit 3 delen: een inleiding, middenstuk en slot. Het middenstuk (kern) bestaat uit meerdere alinea's (kernalinea's)
  • Boven de brief maak je een korte titel (heeft geen persoonsvorm)
  • Onder de brief zet je je naam en woonplaats

Slide 8 - Slide

De inleiding

De inleiding trekt de aandacht van de lezer en introduceert het onderwerp van de brief: 
                    Noem in de eerste zin het nieuwsfeit of het artikel waarop je                                    reageert: de datum, de titel en – als het bekend is – de naam van                          de auteur. Daarna introduceer je het onderwerp. 

                    vermeld de gebeurtenis of het standpunt waar je het                                                    wel of niet mee eens bent.

Slide 9 - Slide

Het middenstuk

3 kernalinea's:
I argument 1 + onderbouwing
II argument 2 + onderbouwing
III argument 3 + onderbouwing 

In deze 3 alinea's gaat het erom dat jij de argumenten kan onderbouwen met passende informatie uit de gegeven bron

Slide 10 - Slide

Het slot
Geef aan wat er volgens jou moet gebeuren en herhaal nog een keer krachtig je mening. Het slot van de ingezonden brief bevat een pakkende afsluiting. 

Slide 11 - Slide

Taalverzorging
  • Je schrijft de brief zonder taal- en spelfouten en gebruikt de juiste leestekens.
  • Formulering:  zorg voor variatie in het woordgebruik.
  • Pas je toon aan bij het medium en publiek dat je kiest. 
  • Gebruik signaalwoorden en verwijswoorden correct.
  • Zorg dat iedere alinea een duidelijk herkenbare kernzin heeft. Die zin is je argument en in de rest van je alinea onderbouw jij je argument. 
  • Je verwoordt je mening en argumenten op een persoonlijke manier. 


Slide 12 - Slide

Opdracht
  • We bekijken een fragment van Arjen Lubach.
  • We lezen het artikel (apart document)
  • Noteer het standpunt of de gebeurtenis waar je het wel of niet mee eens bent. (inleiding)
  • Noteer waarom dit volgens jou wel/niet klopt. (middenstuk met argumenten)
  • Noteer wat er volgens jou zou moeten gebeuren of als je het er wel mee eens bent: herhaal krachtig je mening. (slot)


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video